zondag 27 februari 2011

Eerbetoon



Eerbetoon

Dit is de laatste aanwinst van het groevenstelsel “Zonneberg”.
Het is een portret van een bijzondere vrouw : Elly Magnee.
Deze Elly Magnee kreeg de liefde voor de Sint Pietersberg met de paplepel ingegoten. Zij struinde al op zeer jonge leeftijd met haar vader over én in de “bèrreg” zoals de Maastrichtenaren deze unieke plek plegen te noemen. De liefde voor met name het ondergrondse landschap is bij Elly altijd gebleven, en ze maakte er een belangrijk deel van haar leven van: Elly wàs de “bèrreg”. Met hart en ziel streed ze voor het behoud van dit natuurmonument met name tegen de grote boosdoener ENCI en richtte samen met enkele vrienden de VRSP op: de Vereniging tot Redding van de Sint Pietersberg, waarin ze jaren op de bres stond voor het behoud van “haar” bèrreg zowel boven als ondergronds.
Elly was tijdens haar leven voor velen hèt voorbeeld van de “vrije” bergloper, een woord wat overigens niet in de Nederlandse taal voorkomt!
Een van de mooie resultaten die (mede) door haar toedoen tot stand is gekomen was de verplaatsing van het beeldhouwwerk het Medaillon van Jules Sondeyker. Dit werk dreigde in de ENCI cementmolen te verdwijnen maar werd door een aktie van de VRSP (lees Elly Magnee) gered en herplaatst op de gidsenroute van de groeve Zonneberg. Uitgerekend op diezelfde plaats kreeg Elly haar grote eerbetoon: Een schitterend portret
op een mooie plaats. Haar vriendin de kunstenares Ans Collijn tekent haar
zittend aan de tafel omringd door alles wat Elly zo bekend heeft gemaakt
Een van de vele poezen die altijd aanwezig waren, het hertje Bambi waar ze vele jaren liefdevol voor gezorgd heeft, het favoriete pilsje van Limburgse makelij, de Petromax lamp en het fossielen hamertje voor de ontelbare ondergrondse tochten die ze gemaakt heeft. Elly is helaas niet meer, zij overleed, na een slopende ziekte, 13 november 2009 op 66 jarige leeftijd, maar haar “geest” waart nog altijd in de “bèrreg” waar zij aan zo velen de liefde voor dit natuurmonument heeft bijgebracht.
Op de eerste foto de plek waar Ans Collijn het portret heeft aangebracht met aan de linkerzijde nog een stukje van het “Medaillon”
De tweede foto toont ons het portret ten voeten uit
De mooie foto’s zijn van mede bergloper Boy Kluyt waarvoor grote dank!
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.

zondag 20 februari 2011

Vondel



Ergens in de Roothergroeve kwam ik, in een mooi regelmatig handschrift, deze regels tegen:

Gods roeden die het
lichaam plagen zijn
bezems om de ziel te vagen

Ik heb er een foto van genomen en opgeborgen (digitaal wel te verstaan) met de bedoeling om er op een later tijdstip nog eens naar te kijken.
Afgelopen week was zo’n moment daar: foto’s nakijken in de hoop je een mooi plaatje of opschrift tegen komt in je verzameling waar mogelijk een verhaal achter zit. Dit opschrift heb ik al vaker aangeklikt, niet echt gelezen en weer weggeklikt. Nu heb ik het iets langer op het beeldscherm laten staan om het wel echt te lezen en jawel: het is een dichtregel en niet van de eerste de beste: onze dichter des vaderlands Joost van den Vondel, hij leefde van 1587 tot 1679 en was in zijn tijd echt een beroemdheid. Hij schreef onder andere gedichten, poëzie, hekeldichten en toneelstukken waarvan de “Gijsbrecht van Aemstel” een van de bekendste is. Joost van den Vondel stierf op de zeer hoge leeftijd van 91 jaar en kon het zelfs toen niet nalaten om dit te hekelen met zijn eigen graftekst:

Hier leit Vondel zonder rouw,
Hy is gestorven van de kouw

Deze Joost van den Vondel heeft zijn tekst natuurlijk niet zelf geschreven bij ons in de Roother groeve maar een of ander (hoogstwaarschijnlijk godsvruchtig en gekweld) persoon vond het de moeite waard om deze regels te noteren. Het is gewoon een van de zeer vele, misschien wel tienduizenden, anonieme en ongedateerde opschriften die onze groeven sieren, en soms valt er wel eens eentje op die net iets anders is . . . .

zaterdag 12 februari 2011

Instortingen






Instortingen zijn meestal het gevolg van een instabiele ondergrond, en ontstaan vaak door slecht “mijnwerk” maar ook door onregelmatigheden aan de oppervlakte.
In het eerste geval, het slechte mijnwerk, worden dragende kolommen overbelast door er (vaak honderden jaren later) nog steenblokken uit te ontginnen ( foto 1, een opname van Bert Beckers). Men noemt dat dan roofbouw, een term die voor zich spreekt. Wat de goede bergwerkers aan dragende kolommen lieten staan werd door anderen, via de weg van de ”minste weerstand”, afgebroken en vormde zo een gevaar voor de stabiliteit van de groeve.
Door onregelmatigheden aan de oppervlakte, met name de dolines of aardpijpen, kan er ook veel schade in een groeve ontstaan.
De doline (altijd te zien aan de oppervlakte als krater)onstaat als een aardpijp leegstroomt in een groeve.
Op foto 2 zien we een instorting die zo ontstaan is.
Tijdens het graven van gangen door middel van de zogenaamde blokbrekers methode werd hier een aardpijp aangesneden.
Een aardpijp is een uitslijting in de aardlaag door inwerking van doorsijpelend water (in de gravure (3) bij de beschrijving van Bory de Saint Vincent is dat heel mooi te zien). Als het mergelpakket boven de gegraven gang niet meer voldoende is zal door inwerking van bijvoorbeeld boomwortels het plafond los kunnen komen en naar beneden storten.
Op de afbeelding van de ENCI groeve (4) is heel duidelijk te zien hoe dik het mergelpakket boven de gangen normaliter is. Dat, plus de deklaag van aarde, kiezel en löss geeft de gangen in de regel een grote veiligheid.
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.

Afbeeldingen:1 Bert Beckers. 2 Rob Heckers & Jacques Konings.
3 Internet (Berglopers forum). 4 Jacques Konings

zondag 6 februari 2011

Perroen





Bovenstaande afbeelding komen we met enige regelmaat tegen tijdens onze ondergrondse tochten in de Caestertgroeve: het Perroen, symbool en hoogwaardigheidsteken van het Prinsbisdom Luik, en gezien de plek waar het zich bevind, wellicht het oudst bekende eigendomsteken (voor 1500) in de Sint Pietersberg. Een Perroen (Frans: perron) is een hardstenen zuil met daarop een bol in de vorm van een pijnappel en een kruis. Het Waalse woord perron is een vergrotingsvorm van pierre (steen), een grote steen dus. Halverwege de zuil zat soms een metalen band waaraan een ring was bevestigd. Zo kon het symbool ook dienst doen als schandpaal.
De basis van het Perroen bestaat doorgaans uit een verhoging van 3 tot 5 treden.
Toen in de late middeleeuwen de ontginning van de groeve Caestert in volle gang was behoorde het grondgebied van de Heerlijkheid Sint Pieter toe aan het Prinsbisdom Luik. De ontginners laten dat ook zien. Zij plaatsen met enige regelmaat het hoogwaardigheidsteken van hun heer, de bisschop van Luik dus, op de wanden. Vaak samen met bijvoorbeeld een galg of rad (als waarschuwing) om op deze plaats niet buiten je boekje te gaan door op deze plaats ook stenen te winnen.
Ook aan het Vrijthof te Maastricht vinden wij ook een Perroen. Tot aan de Franse overheersing (1795) was Maastricht immers een 2-herige stad.
Deze merkwaardige bestuursvorm was er al sinds de middeleeuwen en bestond uit de hertogen van Brabant en de Prinsbisschoppen van Luik.
Normaal mochten alleen de zogenaamde “Bonnes Villes” (goede steden) een Perroen oprichten, maar Maastricht had een speciaal statuut binnen het Prinsdom en mocht daarom ook een Perroen bezitten. De “goede steden” waren overigens die plaatsen in het Prinsbisdom Luik die voorzien waren van onder andere een omwalling.
De maat, de uiteindelijke vorm, en aan de basis het aantal treden van het Perroen varieerde per stad en iedere trede had in de middeleeuwen zijn eigen betekenis. Op de eerste trede werden nieuwigheden door een bode bekend gemaakt, op de tweede mocht de schout of burgemeester zijn verordeningen en privileges publiekelijk maken, op de derde werden wetten door de drossaard bekrachtigd en op de vierde mocht de rechter doodvonnissen en verbanningen een legitiem karakter geven.
In 1795 werd het Maastrichtse Perroen door de Franse bezetter afgebroken en vernietigd omdat het aan het “Ancien Regime” (de kerkelijke macht) herinnerde. In 1955 werd er een nieuwe Perroen op het Vrijthof opgericht. Een mooie ontmoetingsplaats met een prachtige geschiedenis.