De Gebroeders Eijssen van
Sint Pieter
In SOK mededelingen nummer 60 staat
een artikel van mijn hand over de nazaten van Joannes Eijssen, een bewoner èn zelfs
burgemeester van Sint Pieter bij Maastricht tussen ruw weg 1700 en 1750.
Enkele van deze mannen waren regelmatige
bezoekers van de in de buurt gelegen mergelgroeven en lieten daar hun sporen achter
. . .
Het begint allemaal met een tekening in de groeve
“Caestert”, gelegen te Klein Ternaaien vlak over de grens bij Maastricht.
Ergens eind jaren zeventig van de vorige eeuw zie ik die
tekening voor het eerst, en was er van onder de indruk.
Hoe is het mogelijk dat het er nog staat na al die jaren, de
tekening is immers gesigneerd en voorzien van een jaartal.
1744 staat erbij, dat is nu bijna 270 jaar oud, en dat
allemaal op ooghoogte je steekt je hand uit en je kunt het zo aanraken!
De tekening staat in een zijgang vlak bij een druk belopen
hoofdgang, dat zal de reden zijn dat hij redelijk goed de tijd heeft doorstaan.
Er staat ook een naam bij maar, om eerlijk te zijn, kon ik
die niet lezen.
Het staat er wel duidelijk, maar het duurde even voor ik
door had dat de sierlijke krullen een S voorstelden in plaats van een F.
Hoc Fecit Willem Eijssen anno 1744: Willem Eijssen heeft dit
in 1744 gemaakt staat er met een zwierig handschrift bij. Schijnbaar toch een
geletterd iemand in die tijd denk je dan spontaan.
De eerste de beste blokbreker zou het op die manier niet zo
kunnen schrijven.
De ietwat primitieve tekening is overigens een religieuze voorstelling:
We zien Jezus aan het kruis.
Het bloed stroomt uit beide handen, en wordt opgevangen door
engelen die zich aan weerszijden van het kruis bevinden.
Het gereedschap van de beulen, een tang, de hamer en enkele
spijkers zijn onder het kruis afgebeeld, evenals een haan, het
symbool van waakzaamheid.
Aan de linkerzijde zien we nog een ladder, en beneden rechts
een duif, het symbool van de Heilige Geest.
Helaas is de tekening niet helemaal onberoerd gebleven, het
gezicht van Christus en een de engelen is met roet besmeurd.
Jammer, maar al met al we kunnen stellen dat de tekening de
tand des tijd (voorlopig) goed heeft doorstaan.
Vele jaren later en talloze bezoekjes bij dit opschrift
verder
krijg ik, geïnspireerd door de “wie was wie” artikelen van
collega bergloper John Caris, het idee om de maker van het opschrift, Willem
Eyssen, eens nader te onderzoeken.
Al snel blijkt dat er wel wat Eijssens rond hebben gelopen
in de mergelgroeves bij Maastricht, reden voor een overzicht.
Om een begin te krijgen starten we met een vroegere bewoner
van de hoeve Caestert: Jan (Joannes) Eijssen en zijn vrouw Anna Maria Berden.
Deze Jan Eijssen oorspronkelijk uit Voerendaal (21 februari 1675) was gezworene, en
later enkele malen burgemeester van de vrije heerlijkheid Sint Pieter, tevens
was hij brouwer en bewoner/pachter van de voor ons zo bekende hoeve Caestert.
Jan is overleden 25 april 1747 en werd begraven te
St. Pieter.
Zijn vrouw Anna werd gedoopt op 29 oktober 1681 te
Hoesselt (België).
Zij overleed 12 oktober 1764 te St. Pieter en werd
ook begraven te St.Pieter.
Hun (gerestaureerde) grafsteen is nu nog te
bewonderen op het kerkhof aldaar.
Joannes en Anna Eijssen kregen vanaf 1706 tot 1727 in totaal
12 kinderen, maar ik beperk in dit verhaal tot de zonen waarvan ik een
opschrift heb kunnen vinden.
Willem Eijssen, de maker van de tekening waar het verhaal
mee begint, werd gedoopt op 26 januari 1711, zijn doopnaam is Guilielmus.
Hij is de derde zoon, en het vierde kind van Jan (Joannes)
Eijssen en Anna Maria Berden.
Willem, naar ik aanneem de tekenaar van de kruisiging, heeft
letterlijk en figuurlijk goed geboerd in zijn tijd:
Op 3 augustus 1750 wordt hij als poorter van de stad
Maestricht ingeschreven in het “cremers” ambacht
( het gilde van de handelaren)
Dat verklaard mogelijk ook dat hij de schrijfkunst machtig
was, wat de aanleiding gaf tot dit artikel.
De oudste broer van Willem,
Joannes Franciscus Eijssen, gedoopt 8 januari 1706, vinden we ook in Caestert
terug: als inkrassing met de tekst
IOANNES EYSSEN
ANNO 1738
GETRUIDISSCHILLINX
Hij was gehuwd met Gertrudis Schellinx of Schillings uit
Voerendaal
Ook Joannes was grondeigenaar en landbouwer en overleed te
Voerendaal in het jaar 1747.
In de groeve Ternaaien - Boven ook wel de aardappelenberg
genoemd
komen we ook een Joannes Eijssen tegen, samen met een
Leonardus.
Deze Joannes is mogelijk de oudste zoon van Joannes
Franciscus Eijssen en Gertrudis Schillinx, dus een wat jongere generatie
Eijssen.
Uit het huwelijk van Joannes en Gertrudis is een zoon bekend
met de naam Joannes (gedoopt 28 april 1729)
Joannes heeft enkel het jaartal 1747 bij zijn naam staan.
Overigens is 1747 ook
het sterfjaar van Joannes Franciscus, en het kan natuurlijk zo zijn dat het
opschrift wat we zien dat van zijn zoon Joannes Eijssen, die op dat moment dus
ongeveer 18 jaar oud is.
Bij Leonardus Eijssen, de
jongste broer van Willem, staan 3 jaartallen genoteerd: 1747, 1746 en 1745.
Deze Leonardus werd gedoopt 20 november
1727.
Leonardus was Rooms Katholiek priester.
Hij studeerde 5 ½ jaar humaniora te Maastricht en
daarna dialectica te Gheel (België).
Hij is ingetreden in de Societeit van Jezus te
Mechelen in 1749.
Hij was leraar aan het Jezuïetencollege te
Maastricht van 1753 tot 1759
Leonardus werd in 1763 tot priester gewijd in
Leuven, waar hij ook theologie studeerde.
Leonard overleed 25
december 1802 te Brussel.
Arnoldus Eijssen (de vijfde zoon en geboren in
1717) schrijft zijn naam in de groeve “Ternaaien
beneden"
Arnoldus Eijssen den 20 d’aout (?) anno 1740.
Zijn naam komen we meerdere malen tegen in deze
groeve.
Ook Arnoldus was landbouwer en grondeigenaar en
tevens pachter van de hoeve Printhagen onder Beek.
Lambertus Eijssen de tweede zoon (R.K. priester en
gezegend met een rijk grond en onroerend goed bezit uit een nalatenschap van
een rijke oom) en Hermannus de vierde zoon ben ik (nog) niet tegengekomen als
opschrift.
Tenslotte ben ik nog een Eijssen tegengekomen in de
Lacroix groeve te Zichen-Zussen Bolder.
Het gaat om ene Petrus Eijssen gedateerd 1715, en
hoewel de schrijfstijl van de naam Eijssen erg veel lijkt op de ons bekende
opschriften is deze Petrus een vreemde eend in de bijt.
Opmerkelijk is wel de minder fraaie tekst die deze
Eijssen (samen met ene Petrus van Weert in hetzelfde handschrift) toevoegt:
“Poep Mariel dij hoorbel”
Poep Mariel is zoiets als neuk Marietje, en dij
hoorbel is die hoerebel of lellebel.
Niet zo netjes die tekst, maar het staat er nu
eenmaal zo . . .
De naam Eijssen is dus ruim vertegenwoordigd in de
diverse groeven rondom Maastricht, en in dit artikel zijn er slechts een paar
behandeld.
De aantekeningen map is in ieder geval weer een
aantal blaadjes leger!
Bronnen:
Breur Henket (grafmonumenten van St.Pieter)
Ton Breuls
Diverse artikelen op het WWW zonder naam of
bronvermelding