dinsdag 15 mei 2012

De Collasberg

Tja, zo vaak gebeurt dat niet: een vergunning om een van de talrijke groeven in de omgeving van Zichen-Zussen-Bolder te bezoeken. Dit alles in het kader van de SOK (Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven) ledenavond op locatie. Het wordt al een heuse traditie, de laatste ledenavond van het seizoen afsluiten op locatie met een dwaaltocht in een, voor de meeste SOK leden, onbekende groeve. Na onder ander de “Lacroix, de “Coolen” en de “Pitjes” was nu de “Collasberg” aan de beurt. Verscholen achter de huizen aan de kant van Zussen ligt de ingang van deze groeve. Een echte “boerenberg”, dat zie je al bij de ingangspartij: laag, bijna onopvallend gewoon een gat waar de boer wat spullen heeft staan. Eenmaal binnen vind je, vooral in het toegangs-gebied, nog de vele resten van de champignonkweek die hier tot voor enkele jaren werd bedreven. Gangen, gangen en nog eens gangen, dat kenmerkt deze groeve. Ja, hoor ik de lezer al denken, dat is toch normaal in een groeve, maar in de meeste van de ons bekende groeven zijn die gangen hoog en de kolommen die de wanden vormen breed en regelmatig. Hier niet dus. Deze groeve is net een heel grote kelder, een aaneenschakeling van talloze ruimtes. De ene na de andere ruimte vormt al snel een doolhof waar je, vooral als je dit voor het eerst bezoekt, ook zo de draad kwijt bent. Gelukkig was de figuurlijke draad er ook letterlijk: een aan het plafond bevestigde elektriciteitsdraad en een waterleiding (resten van de eerder genoemde champignonkweek) zijn nog altijd prominent aanwezig in deze groeve en staan dan ook min of meer borg voor het terug vinden van de uitgang. Niet nodig op deze avond want het wemelde er van de ervaren SOK berglopers, die met veel licht, iedere loper had zijn of haar favoriete lamp meegenomen, het stelsel bestudeerden. Bijgestaan door de “hulpdienst groeven” van de gemeente Riemst werd het een interessante avond met veel mooie ontdekkingen. Voor de veiligheid waren er enkele delen niet toegankelijk zoals de “doorsteek” naar de Lacroixberg, maar er bleven genoeg mooie stukken over waaronder een heuse “onderberg” (een gangenstelsel onder het gangenstelsel) waarin nog een onaangetast blokbrekers-landschap te zien is. Kortom een supermooie ervaring op een gewone doordeweekse vrijdagavond, met vooral het gevoel dat het gewoon mocht: legaal en mèt hulp van de gemeente Riemst. Tof zeggen ze dan in België!