dinsdag 8 juli 2014

De Gebroeders Eijssen van Sint Pieter










De Gebroeders Eijssen van Sint Pieter

In SOK mededelingen nummer 60 staat een artikel van mijn hand over de nazaten van Joannes Eijssen, een bewoner èn zelfs burgemeester van Sint Pieter bij Maastricht tussen ruw weg 1700 en 1750.
Enkele van deze mannen waren regelmatige bezoekers van de in de buurt gelegen mergelgroeven en lieten daar hun sporen achter . . .

Het begint allemaal met een tekening in de groeve “Caestert”, gelegen te Klein Ternaaien vlak over de grens bij Maastricht.
Ergens eind jaren zeventig van de vorige eeuw zie ik die tekening voor het eerst, en was er van onder de indruk. 


Hoe is het mogelijk dat het er nog staat na al die jaren, de tekening is immers gesigneerd en voorzien van een jaartal.
1744 staat erbij, dat is nu bijna 270 jaar oud, en dat allemaal op ooghoogte je steekt je hand uit en je kunt het zo aanraken!
De tekening staat in een zijgang vlak bij een druk belopen hoofdgang, dat zal de reden zijn dat hij redelijk goed de tijd heeft doorstaan.

Er staat ook een naam bij maar, om eerlijk te zijn, kon ik die niet lezen.
Het staat er wel duidelijk, maar het duurde even voor ik door had dat de sierlijke krullen een S voorstelden in plaats van een F.


Hoc Fecit Willem Eijssen anno 1744: Willem Eijssen heeft dit in 1744 gemaakt staat er met een zwierig handschrift bij. Schijnbaar toch een geletterd iemand in die tijd denk je dan spontaan.
De eerste de beste blokbreker zou het op die manier niet zo kunnen schrijven.

De ietwat primitieve tekening is overigens een religieuze voorstelling:
We zien Jezus aan het kruis.
Het bloed stroomt uit beide handen, en wordt opgevangen door engelen die zich aan weerszijden van het kruis bevinden.
Het gereedschap van de beulen, een tang, de hamer en enkele spijkers zijn onder het kruis afgebeeld, evenals een haan, het symbool van waakzaamheid.
Aan de linkerzijde zien we nog een ladder, en beneden rechts een duif, het symbool van de Heilige Geest.

Helaas is de tekening niet helemaal onberoerd gebleven, het gezicht van Christus en een de engelen is met roet besmeurd.
Jammer, maar al met al we kunnen stellen dat de tekening de tand des tijd (voorlopig) goed heeft doorstaan.

Vele jaren later en talloze bezoekjes bij dit opschrift verder
krijg ik, geïnspireerd door de “wie was wie” artikelen van collega bergloper John Caris, het idee om de maker van het opschrift, Willem Eyssen, eens nader te onderzoeken.
Al snel blijkt dat er wel wat Eijssens rond hebben gelopen in de mergelgroeves bij Maastricht, reden voor een overzicht.

Om een begin te krijgen starten we met een vroegere bewoner van de hoeve Caestert: Jan (Joannes) Eijssen en zijn vrouw Anna Maria Berden.

Deze Jan Eijssen oorspronkelijk uit Voerendaal (21 februari 1675) was gezworene, en later enkele malen burgemeester van de vrije heerlijkheid Sint Pieter, tevens was hij brouwer en bewoner/pachter van de voor ons zo bekende hoeve Caestert.
Jan is overleden 25 april 1747 en werd begraven te St. Pieter.
Zijn vrouw Anna werd gedoopt op 29 oktober 1681 te Hoesselt (België).
Zij overleed 12 oktober 1764 te St. Pieter en werd ook begraven te St.Pieter.
Hun (gerestaureerde) grafsteen is nu nog te bewonderen op het kerkhof aldaar.

Joannes en Anna Eijssen kregen vanaf 1706 tot 1727 in totaal 12 kinderen, maar ik beperk in dit verhaal tot de zonen waarvan ik een opschrift heb kunnen vinden.

Willem Eijssen, de maker van de tekening waar het verhaal mee begint, werd gedoopt op 26 januari 1711, zijn doopnaam is Guilielmus.
Hij is de derde zoon, en het vierde kind van Jan (Joannes) Eijssen en Anna Maria Berden.
Willem, naar ik aanneem de tekenaar van de kruisiging, heeft letterlijk en figuurlijk goed geboerd in zijn tijd:
Op 3 augustus 1750 wordt hij als poorter van de stad Maestricht ingeschreven in het “cremers” ambacht 
( het gilde van de handelaren)
Dat verklaard mogelijk ook dat hij de schrijfkunst machtig was, wat de aanleiding gaf tot dit artikel.

De oudste broer van Willem, Joannes Franciscus Eijssen, gedoopt 8 januari 1706, vinden we ook in Caestert terug: als inkrassing met de tekst

IOANNES EYSSEN
ANNO 1738
GETRUIDISSCHILLINX


Hij was gehuwd met Gertrudis Schellinx of Schillings uit Voerendaal
Ook Joannes was grondeigenaar en landbouwer en overleed te Voerendaal in het jaar 1747.

In de groeve Ternaaien - Boven ook wel de aardappelenberg genoemd
komen we ook een Joannes Eijssen tegen, samen met een Leonardus.
Deze Joannes is mogelijk de oudste zoon van Joannes Franciscus Eijssen en Gertrudis Schillinx, dus een wat jongere generatie Eijssen.
Uit het huwelijk van Joannes en Gertrudis is een zoon bekend met de naam Joannes (gedoopt 28 april 1729)

Joannes heeft enkel het jaartal 1747 bij zijn naam staan.
Overigens is 1747  ook het sterfjaar van Joannes Franciscus, en het kan natuurlijk zo zijn dat het opschrift wat we zien dat van zijn zoon Joannes Eijssen, die op dat moment dus ongeveer 18 jaar oud is.

Bij Leonardus Eijssen, de jongste broer van Willem, staan 3 jaartallen genoteerd: 1747, 1746 en 1745.
Deze Leonardus werd gedoopt 20 november 1727.
Leonardus was Rooms Katholiek priester.
Hij studeerde 5 ½ jaar humaniora te Maastricht en daarna dialectica te Gheel (België).
Hij is ingetreden in de Societeit van Jezus te Mechelen in 1749.
Hij was leraar aan het Jezuïetencollege te Maastricht van 1753 tot 1759
Leonardus werd in 1763 tot priester gewijd in Leuven, waar hij ook theologie studeerde.
Leonard overleed 25 december 1802 te Brussel.

Arnoldus Eijssen (de vijfde zoon en geboren in 1717) schrijft zijn naam in de groeve “Ternaaien beneden"
Arnoldus Eijssen den 20 d’aout (?) anno 1740.
Zijn naam komen we meerdere malen tegen in deze groeve.
Ook Arnoldus was landbouwer en grondeigenaar en tevens pachter van de hoeve Printhagen onder Beek.

Lambertus Eijssen de tweede zoon (R.K. priester en gezegend met een rijk grond en onroerend goed bezit uit een nalatenschap van een rijke oom) en Hermannus de vierde zoon ben ik (nog) niet tegengekomen als opschrift.

Tenslotte ben ik nog een Eijssen tegengekomen in de Lacroix groeve te Zichen-Zussen Bolder.

Het gaat om ene Petrus Eijssen gedateerd 1715, en hoewel de schrijfstijl van de naam Eijssen erg veel lijkt op de ons bekende opschriften is deze Petrus een vreemde eend in de bijt.
Opmerkelijk is wel de minder fraaie tekst die deze Eijssen (samen met ene Petrus van Weert in hetzelfde handschrift) toevoegt:

“Poep Mariel dij hoorbel”

Poep Mariel is zoiets als neuk Marietje, en dij hoorbel is die hoerebel of lellebel.
Niet zo netjes die tekst, maar het staat er nu eenmaal zo . . .

De naam Eijssen is dus ruim vertegenwoordigd in de diverse groeven rondom Maastricht, en in dit artikel zijn er slechts een paar behandeld.
De aantekeningen map is in ieder geval weer een aantal blaadjes leger!

Bronnen:
Breur Henket (grafmonumenten van St.Pieter)
Ton Breuls
Diverse artikelen op het WWW zonder naam of bronvermelding