zondag 11 september 2016

Schatten en Schatgravers


Schatten,
met enige regelmaat worden ze nog gevonden in het ondergrondse.
Aan iedere vondst zit natuurlijk een verhaal.
Fantasie of werkelijkheid, wie zal het zeggen? Hierbij het relaas van Henk, een bij berglopers bekend figuur. . . .





Iedere Bergloper kende hem wel.
Persoonlijk, of van horen zeggen of op z'n minst van een van de 'sterke' verhalen: wijlen Henk Kohlen.

Hij deed veel 'illegaal' in de berg, maar voor Henk bestond dat woord niet want de berg is er voor iedereen.
Als je al vanaf kleine jongen in de berg komt, en zeker in de tijd dat bijna niets was afgesloten, bestaat een verbod niet of je laat je dat niet zo makkelijk opleggen.

Enfin, van deze Henk kreeg ik op enig moment een paar handgeschreven A4-tjes toegeschoven met de vraag deze eens uit te werken in een, voor iedereen, leesbare tekst en de dringende vraag om het niet aan derden kenbaar te maken.

Ondanks mijn jarenlange geheimhouding dook het verhaal toch links en rechts op, en  na bijna 10 jaar, en ruim een jaar na Henk’s overlijden heb ik het weer in handen: bij het opruimen van een lade kwam ik het tegen.

Bij het opnieuw doorlezen ervan rijst de gedachte om het te delen als eerbetoon aan Henk, als blijk van erkenning voor de talloze onderzoeken die hij deed in de diverse mergelgroeven in en rond Maastricht.

Geen officiële onderzoeken met vergunningen en zo, maar gewoon volgens de “Henk” methode: niet te veel ruchtbaarheid er aan geven, en vooral op tijden als andere mensen van hun nachtrust genieten.

Waar of niet waar, dit is een echt ”Henk” verhaal.
Ik besloot na te trekken of althans proberen na te trekken hoeveel waarheid er in dit verhaal zit.

Uit goede en betrouwbare bron verneem ik vervolgens dat de inhoud van het aan mij toevertrouwde verslag wel degelijk klopt!
Er komt zelfs nóg zo’n vertrouwelijk verslag op tafel waarin de vondsten uit het onderstaand beschreven rapport stuk voor stuk en minutieus beschreven worden!
Compleet met een getekende plattegrond waarop de vindplaats van een muntschat.
De bezitter van dit verslag heeft zelfs enkele exemplaren van de gevonden munten
op de keukentafel gehad . . . .

Voor de mensen die mogelijk bekend zijn met het originele verslag: de tekst is hier en daar wat aangepast om het wat vlotter te kunnen lezen.
Er zijn echter geen feiten toegevoegd of weggelaten.

Het rapport:

Onderzoeksresultaten Noordelijk gangenstelsel Sint Pietersberg Maastricht

Uitgevoerd door Henk Kohlen, opgetekend februari 2005

Op 7 februari 1990 besloten Gerard Heussen en Henk Kohlen een
hernieuwd wetenschappelijk onderzoek van het Noordelijk gangenstelsel
van de St Pietersberg bij Maastricht te starten.

Na diverse gesprekken met de voormalig ENCI directeur dhr. Geitenbeek
te hebben gevoerd, beloofde deze de beide onderzoekers zijn
onvoorwaardelijke steun toe, en leverde de onderzoekers belangrijke
aanvullende gegevens.

Van één ding waren de onderzoekers beide overtuigd:
Het al eerder ontdekte van "Noord" kon niet alles geweest zijn!
Boringen van de onderzoekers bevestigde dit vermoeden al.
Ze gingen aan de slag en maakte veelbelovende vorderingen.

Het plotselinge overlijden van Gerard Heussen was voor zijn vrienden en
collega berglopers een enorme klap, veel kennis over de St Pietersberg is
met hem verloren gegaan, en het noopte Henk Kohlen alleen verder te
gaan. Deze was vast besloten het onderzoek voort te zetten.

Naast Henk's niet onbesproken andere bergaktiviteiten ging hij in zijn
eentje verder... rustig, gestaag en onopvallend....
Door zijn omgeving en de media helemaal op het Zuidelijk gangenstelsel
te focussen, met zichzelf in de hoofdrol, vielen zijn activiteiten in "Noord"
dus helemaal niet op.

Hij werkte daar moederziel alleen en in volstrekte anonimiteit.
Daar is letterlijk iedereen in zijn omgeving in getrapt!
Een eventuele kans vroegtijdig ontdekt te worden sloot hij, door
behoedzaam, manoeuvreren helemaal uit.

De al vergevorderde werkzaamheden die het onderzoek met zich mee
bracht waren inmiddels levensgevaarlijk geworden.
Ieder normaal denkend mens zou zich zeker niet op deze plek in de
groeve wagen, laat staan er ook nog te werken. . . . behalve Henk!

In de nacht van 31 mei 2004 leidde dit tot de ontdekking van een
gedeelte van het Noordelijk gangenstelsel, ingeklemd tussen de Wilde
Berg en de kwekerij van P. Ronda.
Oude kaarten van de groeve geven aan dat dit gedeelte, voor de instorting
van 1795, een intact en begaanbaar gedeelte van "Noord" was.

Bij het betreden wist Henk het zeker: hier had eeuwen lang alleen de
stilte en duisternis geheerst, en er was al die tijd geen sterveling meer
geweest.
Het jongste opschríft ter plekke: VAUBAN 1674, de rest:
alleen maar ouder!

Prioriteit 1 was nu het maken van een aanvullende plattegrond, en het
inpassen ervan in het resterende gangenstelsel.
Hierin, zo geeft de onderzoeker zelf aan, ben ik niet zo bedreven als
bijvoorbeeld Jac.Diederen (zie Jansse Eggels) maar hij heeft zijn best
gedaan!

Het resultaat is een vrij goede kompasmeting van 1:300 geworden.
Verder zijn opschriften en andere bijzonderheden vastgelegd op schrift.
De meest moderne detectieapparatuur tenslotte maakte in letterlijke zin
Henk zijn stoutste dromen waar. . . .

We schrijven de nacht van 2 op 3 oktober 2004, de tijd: 02.45 uur.
De detectieapparatuur geeft te kennen dat er zich achter in een nis een
vrij groot metalen object moet bevinden op ongeveer 60 cm. diepte.
Na het weghalen van de losse mergel blijkt dit geen kuiltje te zijn maar
een vakkundig gezaagd blok mergelsteen dat rechtop in een gat staat.

Het precies passende blok is er met de hand niet uit te tillen, en
voorzichtig wordt er met een beitel gewerkt.
Onder het blok bevindt zich weer losse mergel welke met de hand
verwijderd wordt.

Na een laag van ongeveer 20 centimeter weggehaald te hebben voelt de
onderzoeker iets anders dan losse mergel. . .
Tientallen kleine zwarte plaatjes van plusminus 4 cm in doorsnee en 2 à 3 mm. dik
komen te voorschijn!

Het duurt even voor dat het doordringt dat het munten zijn, en de
gedachten van Henk dwalen gelijk af naar het rapport van dhr.
Geitenbeek, 14 jaar geleden in het café "de Karkol":

"Op woensdag 5 september 7957 vonden de gebroeders Vrancken in de
vloer van een gang in de "Wilde Berg" in totaal 756 zilverlingen met een
gewicht van meer dan 2 kilo

Ducatons, Patagons en Schellingen, allen van PHS 3+4 *
1616-1668, evenals nog enkele Luikse munten".

Dit alles niet ver van de plaats waar de onderzoeker zijn vondst doet.
Henk gaat snel door met het graafwerk en telt in totaal 196 zilverlingen,
140 Schellingen en 56 kwart Patagons zoals later blijkt, met een gewicht
van dik 1100 gram, allen PHS 4/1622-1660.

De vondst bestaat uit munten van de Spaanse Nederlanden (PHS 4), en
geslagen te Antwerpen, Brussel, Brugge, Doornik en Atrecht, het huidige
Arras.
Munttekens: Hand, Kopje, Lelie, Toren en Rat.

Determinatiebronnen van de gevonden munten:
Histoire monetaire du Brabant. (par Alphonse de Witte 1612-1665)
A. Delmonte, avenue de Jette4-1080 Bruxelles (1612-1665)

Chronologische volgorde van vondsten in de St Pietersberg met betrekking
tot de Spaanse Nederlanden:

I) Februari 1948:
Championkweker víndt 8 stuks 1/4 Patagons van PHS 4/ 1625-1648
Op een "schap" in de “Zwarte Berg”.

2) September 1951:
De gebroeders Vrancken vinden "zilverschat in de krijtzee".
(zie boekje dhr. Gadiot ENCI)

3) April 1980:
Gerard Heussen vindt 124 musketkogels in de hoek van een nis in
de "Wilde Berg"

4) Maart 1981:
Gerard Heussen vindt in “Noord” 6 stuks koperen Oorden PHS 3/
1606-1609.

5) Oktober 2004
Bergloper Henk Kohlen realiseert na jaren werk en onderzoek een
toegang tot een sinds 3 eeuwen afgesloten, niet meer betreden,
gedeelte van het gangenstelsel "Noord", en ontdekt een bewaarplaats van 196 zilverlingen PHS 4.

Wat in de loop der jaren als nooit ontdekt verdween in de ENCI oven mag
ook als een realiteit beschouwd worden.
Evenals wat zich nog kan bevinden in het stelsel "Slavante" dat voor
de eeuwigheid onbereikbaar zal zijn door de grote hoeveelheid slib die door de ENCI cementfabriek in het gangenstelsel gespoten is.

Slotwoord van dit verslag:
Het begin van ons onderzoek werd destijds gekenmerkt door zeer
onrustige tijden in de "Berg", niets bleef verborgen in de beginjaren negentig.
Sinds de Berglopers regeling in de Zonneberg van kracht is, keerde de rust weer.
Men kan hier nu legaal lopen maar daardoor raakt "Noord" in de vergetelheid.
Dit laatste heeft er in belangrijke mate toe geleid dat ook deze vondst
na bijna 360 jaar weer het daglicht zag!

Henk Kohlen, Maastricht, februari 2005

Jacques, es iech örreges doorbrèèk bis diech d’n èrsjte dèè iech ut vèrtèl”
Ik hoor het Henk nog zeggen tegen mij, in dat mooie dialect met die prachtige
rollende R.
En ongetwijfeld heeft hij dat tegen heel wat berglopers verteld.

Ik heb altijd geloofd dat hij dat op een goede dag zou doen maar het is er nooit van gekomen, op dat ene stuk na dat hij mij in vertrouwen aanbood.

Met dit artikel, of beter verhaal, sluiten we de periode Henk Kohlen af, maar stiekem hoop ik dat er links of rechts nog wat “vertrouwde” stukken van Henk te voorschijn komen.

Henk Kohlen overleed op 11 januari 2013 op 61 jarige leeftijd in Echt, zijn geboorteplaats.

*
Ik ga er van uit dat de oorspronkelijke schrijver met PHS hier Philips de derde en Philips de vierde bedoeld.

De hierboven afgebeelde munten behoren niet tot de muntvondst maar zijn wel gelijkaardig aan de gevonden munten.

Dit artikel werd eerder geplaatst in het blad "Oud St.Pieter" en in de SOK info