maandag 26 september 2011

De Duivel



De Duivel

Hij hoort er thuis, in de berg dus, duisternis en de duivel dat hoort bij elkaar zoals man en vrouw, hemel en aarde, dag en nacht, goed en slecht, wit en zwart, arm en rijk etc.
Duisternis: dat is misschien de reden waarom we regelmatig een duivel getekend zien in de mergelgrotten, daarom een kleine zoektocht naar de betekenis van de duivel.

Duivel is de, zeg maar populaire, vertaling van satan en satan is dan weer Hebreeuws voor lasteraar, verzoeker, scheidingmaker of tegenstander, kortom: de kwade of het tegenovergestelde van het goede!

De duivel wordt in ieder geloof of religie beschreven, maar omdat wij in het overwegend katholieke zuiden verkeren, beperken we ons tot de christelijke omschrijving van het fenomeen duivel.
Al in het oude testament wordt hij beschreven in het verhaal van Adam en Eva in de figuur van de slang die Eva verleid tot het eten van de appel, en die op haar beurt Adam weer verleid tot dezelfde (verboden) actie!
En in het nieuwe testament is Satan de grote tegenspeler van Jezus.
Zo tracht hij tijdens een confrontatie in de woestijn, tot drie keer toe Jezus tot zonde te verleiden, maar Jezus wijst zijn verleidingen aan de hand van citaten uit het Oude Testament, krachtig van de hand.

De duivel neemt in de geschiedenis vele gedaanten aan zoals een harige, geile bok die naar zwavel stinkt, een slijmerig geschubd monster met een hondenkop, een gluiperig mannetje met horens, staart en paardenpoten, of een zwarte engel met klapwiekende vleermuisvleugels, een rode lap een vuilwit licht, of gelijkend op de waterspuwers op de gotische kathedralen, een demon in smoking, of een jong, mooi, naakt meisje dat wellustig danst. Soms komt hij voor als een vliegend zwijn, drijfnat, waarvan het pek afdruipt, of als een gebruinde zakenman met diepliggende, doorpeilende ogen en een geitesik of, zoals nu in de moderne tijd, als een slanke jongeman met lang, blond haar met een droevig gelaat (zoals het evenbeeld van christus?). Het uiterlijk van de duivel is over het algemeen eigenlijk een mengelmoes van verschillende mythologieën en godsdiensten over heel de wereld en over de hele geschiedenis, zijn uiterlijke kenmerken zijn geleend van goddelijke schepsels, al dan niet kwaadaardig.

Sinds de vroegste tijd dus is onze duivel de aanleiding voor alle kwaad:
Omdat Satan (lees de duivel) een sterke afkeer van God heeft, heeft hij ook een afkeer van diens schepping. Hij en zijn demonen zouden daarmee ook het 'kwaad' op de wereld veroorzaken zoals natuurrampen maar ook geweld en onenigheid tussen mensen veroorzaken en 'aanwakkeren'. Ook het vernederen en martelen, fysiek en/of geestelijk, wat mensen veel op elkaar toepassen zou veel aangewakkerd worden door satan die hierdoor zijn grote minachting voor de door God geschapen mens toont.

Je kunt natuurlijk begrijpen dat de middeleeuwse ongeletterde blokbrekers de meest gruwelijke verhalen hoorden vanaf de preekstoel in hun kerk over de duivel, en dus is het niet verwonderlijk dat ze deze figuur met enige regelmaat op de wanden van de mergelgroeven tekenden.

Bij de bovenste, ongedateerde maar met zekerheid middeleeuwse tekening in de Caestertgroeve, zien we een persoon die zijn ziel aan de duivel verkoopt.
De duivel (links) is iemand met vele gezichten. Iemand die het “op de heupen heeft” en ook wel “achter de ellebogen” en hij is voorzien van horens zoals het een duivel betaamd.
De persoon rechts “verkoopt” zijn ziel, afgebeeld als een compleet figuurtje, voor een zak met duiten.

Bij de tweede, ook ongedateerde maar hoogstwaarschijnlijk midden 19de eeuwse afbeelding in de groeve Ternaaien-Beneden of Collinet, zien we weer een duivel. Deze keer mooi in het pak maar wel voorzien van duivelse kenmerken zoals een staart, overmatige beharing, klauwen in plaats van voeten en een zeis voorzien van een drietand, dat is zeker dubbelop!
Wat bij deze tekening opvalt, zijn de christelijke attributen erboven! We zien daar namelijk enkele voorwerpen die gebruik worden bij de H. Liturgie (eredienst in de Rooms-Katholieke kerk).
Mogelijk kan dit ook te maken hebben met een zogenaamde duivelsuitdrijving. Zou de erboven afgebeelde, op zijn knieën zittende, blokbreker van de duivel bezeten zijn geweest, of is het toch gewoon de opzichter die een misschien een streng regime voerde over de bergwerkers?

Wie het weet mag het zeggen . . . .

zondag 18 september 2011

Mergelsteen : nog altijd in gebruik


Mergelsteen : nog altijd in gebruik

Honderden jaren was het dankbaar bouwmateriaal en nog altijd wordt de Limburgse mergel gebruikt als bouwsteen, een klein overzicht.

De grotten of beter gezegd groeven waar in dit blog zo uitvoerig over wordt bericht zijn de restanten van een grootschalige winning ondergronds, mijnbouw dus.
Toen in de (hoge) middeleeuwen hout langzaam werd vervangen door steen of steenachtige, dus minder brandbare, materialen (her)ontdekte men de kalkzandsteen of mergel.
In een eerder stadium werd dit materiaal dus ook al gebruikt : bijvoorbeeld bij het maken van putten, funderingen etc. Er zijn talloze vondsten uit de Romeinse tijd hiervan bekend.

Een mooi voorbeeld van de hoogmiddeleeuwse toepassing van mergel als bouwmateriaal is de Dominicanenkerk in de monumentenstad Maastricht. Ze dateert uit ongeveer 1261. Dan wordt er dus al groot gebouwd in mergelsteen.

De mergelblokken zijn relatief makkelijk te winnen omdat ze gewoon te zagen zijn. Ook de verdere verwerking is redelijk simpel. Het blokbreken en het transport van de blokken is natuurlijk een hard vak omdat het winnen ervan ondergronds plaats vind bij gebrekkig licht, een temperatuur van ongeveer 10 graden en een hoge relatieve vochtigheid van wel 98 procent!

Maar eenmaal op de bouwplaats is het materiaal perfect op maat te zagen, en kan men voor de versieringen de meest fantastische vormen moeiteloos aanmaken.
Denk hierbij maar eens aan de eerder genoemde gotische Dominicanenkerk met zijn mooie versierde spitsbogen en de pinakels als versiering

Ook de 13de eeuwse Minderbroederkerk (gebouwd als Franciscanenkerk) in Maastricht en de eveneens uit de 13de eeuw stammende Sint Jan zijn uitbundig versiert met mergelstenen ornamenten.

Enkele honderden jaren verder, in 1662 om precies te zijn, wordt het Stadhuis van Maastricht voorzien van een fraai driehoekig mergelstenen fronton.
Hierin staat de stadsengel met het wapenschild afgebeeld met aan haar zijden Athene als godin van de tactische oorlogsvoering, en Ares als god van de bloeddorstige oorlog.
In 1996 is het beeldhouwwerk van het fronton opnieuw vervaardigd en het oude werk uit 1662 is . . . weggegooid !!!!

In de 17de eeuw raakt de mergelsteen in onbruik en maakt men, ook in Zuid-Limburg, hoe langer hoe meer gebruik van baksteen.
De mergelsteen wordt nog wel in combinatie met de baksteen toegepast als lijstwerk en ornament. Ook heel typerend zijn de zogenaamde “speklagen” waarbij een horizontale band van mergelsteen tussen de bakstenen wordt geplaatst.

In 1902 gebruikt men mergel voor een gezichtsbepalend gebouw tegenover het station in Maastricht: de nieuwbouw van hotel De Ľ Empereur. Vervolgens werden er in de jaren 30 van de vorige eeuw ook nog een aantal kerken in een eigentijdse bouwstijl van mergel gebouwd zoals de Antonius van Padua in Scharn en de kerk van St.Petrus in de wijk Sint Pieter beneden.
De laatste grote uit mergel gebouwde kerk in Maastricht is de Annakerk gelegen aan de Via Regia in de wijk Brusselse Poort.
De eerste steen werd daar gelegd op 14 juli 1963 en de kerk werd in gebruik genomen op 17 juli 1964.

Al deze gebouwen werden vervaardigd met mergelsteen uit Valkenburg en Sibbe.
Dat zijn ook de plaatsen waar de mergelblokken vandaan komen die nu nog gebruikt worden om te bouwen en/of te restaureren. De kwaliteit steen die daar gewonnen wordt staat bekend als een van de beste!

Het winnen van de steen is in de loop van de tijd natuurlijk wel veranderd!
Een mijn blijft een mijn natuurlijk, maar goede verlichting en mechanisch gereedschap hebben natuurlijk wel de arbeidsomstandigheden gunstig beïnvloed.
In de huidige groeve van Sibbe, de Sibberberg met maar liefst 140 (!) kilometer aan gangen, wordt de mergel voornamelijk in de wintermaanden uit de berg gezaagd en opgeslagen in de groeve en vervolgens in het voorjaar, als er weer buiten gewerkt kan worden, naar de werkplaats getransporteerd om op maat te worden gezaagd. Vaak worden de stenen op het werk nog eens aangepast in de maat door ze te schaven.

Zo is het dus dat er nog altijd de zo typisch Limburgse mergel wordt toegepast, en het vak van blokbreker nog niet helemaal verdwenen is!

Meer informatie over de mergel uit de Sibbergroeve vind je hier
De foto komt van de site van de firma Rouwet die eveneens blokken in de Sibberberg breekt.
En als je veel tijd hebt zijn hier de bewegende beelden van de moderne mergelwinning!

zondag 11 september 2011

"Kunst" in de berg


"Kunst" in de berg

Tja, na veel oude opschriften en tekeningen mét de bijpassende geschiedenis wil ik nu maar eens de “graffitiachtige” hedendaagse kunst opvoeren in dit blog.

Het feit dat begin september (11 september om precies te zijn) zo ongeveer in ieders brein gegrift staat deed mij weer denken aan een tekening waar ik laatst een foto van maakte. Ik weet niet of de tekening “nine eleven” gerelateerd is ,maar het vliegtuig met het ernaast afgebeelde gebouw liet mij daar wel aan denken . . .

Bovenstaand werk kwam ik overigens tegen in de groeve Caestert (gelukkig in een beetje uithoek waar ik niet zo vaak langs kom). Maar: evengoed doet het mee in de geschiedenis van deze unieke plek, waar voor mijn gevoel de tijd heeft stilgestaan.

Waardeer ik het? Ik twijfel, en worstel een beetje met de gedachte of het hier thuis hoort :

Nee :
Op deze plek overheerst een andere cultuur! Een tiental meters verder staan tekeningen uit de 15de eeuw nota bene, iets waarmee men in een museum dolgelukkig zou zijn.

Ja :
In een museum gaan oude en nieuwe kunst vaak hand in hand: in de ene zaal staan beelden van middeleeuwse beeldsnijders schitterend mooi te zijn, en een zaal verder bevind zich een ”installatie” van sigarettenpeuken, stukjes touw en lege blikjes nonchalant maar mooi geordend op een super strak geschilderde witte vloer!
Niet om aan te zien! (uiteraard is deze opmerking heel persoonlijk)

Voor mijn gevoel is ieder woord dat hierover geschreven wordt sowieso persoonlijk, je vind het wat of je vind het maar helemaal niks, en dan maakt de plaats waar het staat niet meer zoveel uit.
Of dat nu in een middeleeuwse groeve is of in hedendaags museum.

De tekening is overigens gesigneerd met “Ray Moon”, en na enig gegoogle kwam ik op de website van onze kunstenaar alwaar een groter aantal van soortgelijke werken als hierboven staan afgebeeld. Onze Ray (oorspronkelijk uit Heerlen, maar verblijvend in Maastricht) is niet helemaal onverdienstelijk bezig in het kunstwereldje, maar naast de goede recensies las ik op het internet ook een minder leuke opmerking over een werk van hem:

“Moon is niet echt geïnteresseerd in zijn werk en hij doet het maar een beetje erbij voor de fun. Hij vind alles wat hij maakt sowieso goed en hij heeft geen enkel excuus voor de produktie ervan. 'Doet u lekker mee' is het credo. En 'als het niet weggegooid wordt, is het kunst' Ondanks deze nonchalance wordt het werk door de internationale kunstwereld hoog ingeschat en vertolkt het werk een vooruitziende attitude t.a.v. beeldende kunst.”

Ik ben er nog niet helemaal uit wat ik er van vind, maar het staat er nu eenmaal, én de berg is niet van mij alleen.
Ik kan het ook gewoon negeren of er niet naar kijken als ik het niet mooi vind.
Het moet er wel blijven staan vind ik, niet zoals het met de tombe vergaan is dat is weer het andere uiterste!

Net als in een museum . . .

maandag 5 september 2011

Silex


Silex

Silex, ook wel vuursteen genoemd was, voor de blokbrekers althans, een hinderlijk bijproduct in de mergelwinning.
Toch werden er met dit “afval” ook nog wel eens leuke dingen gedaan!

Eerst proberen uit te leggen wat silex is:
Tijdens de vorming van de kalksteenlaag die wij mergel noemen ontstonden er holtes of ruimtes (denk bijvoorbeeld aan gangen van de in de krijtzee voorkomende kokerwormen) die zich later vulden met kryptonkristallijn siliciumdioxide en veel (chemisch gebonden) water.
Deze op die manier ontstane “vuursteenbanken” zijn zeer vormrijk, en variëren van langwerpige platen tot klompen of knollen waarin men vaak zelfs gewei-achtige vormen kan zien.

Het is een superhard gesteente, in kleur variërend van bruin tot grijs.
Het gesteente wordt ook wel vuursteen genoemd omdat een slag met een stuk vuursteen op een stuk ijzer of pyriet kan resulteren in vonken, waarmee, met de nodige ervaring, een droog, brandbaar materiaal (zoals een plukje los katoen of gedroogd mos, of tondelzwam) aangestoken kan worden.
In prehistorische maakten de primitieve volkeren zoals de neanderthalers stenen gebruiksvoorwerpen, zoals schrapers, pijlpunten, bijlen en klingen, van de vuursteen door deze op een bepaalde manier “af” te slaan. Er ontstaan namelijk messcherpe randen bij het bewerken of afslaan van dit materiaal.

Terwijl de kalksteenwinners of blokbrekers zoals wij ze noemen in de middeleeuwen veel last hadden van de aanwezigheid van deze vuursteen werden hier vlak in de buurt duizenden jaren ervoor deze stenen juist gewonnen: Tussen Rijckholt en Sint Geertruid iets ten Noordoosten van Maastricht bevinden zich in het Savelsbos de vuursteenmijnen waar tussen 3950 en 2650 voor Christus vuursteen is gedolven. Het is het oudste bekende voorbeeld van mijnbouw in Nederland.

Wat was nu het probleem van onze blokbrekers met de vuursteen denk je dan? Wel, de vuursteen of silex is zo hard dat het gereedschap zoals de zaag er gelijk op stuk ging.
Gelukkig voor onze blokbrekers was er een royale laag winbare mergel aanwezig eer men de silexbanken bereikte, maar dan nog waren de silexlagen vaak obstakels die voor veel extra werk in inspanning zorgde, iets wat voor de kostenkant natuurlijk niet bevorderlijk was want ook in de middeleeuwen was tijd al geld.

Na de middeleeuwse ontginning, die hoofdzakelijk het winnen van blokken inhield, was er in de 18de en 19de eeuw het uitdiepen van de gangen voor de losse mergel, en juist in die lager gelegen mergellaag was de verontreiniging met vuursteen in de Sint Pietersberg erg groot. Tonnen vuursteen zijn er toen gedolven als afval, en verspreid geraakt door de hele groeve.

Heel veel “vuursteenknollen” zijn toen ook terechtgekomen bij de mensen in de tuin voor het maken van muurtjes, het afwerken van vijvers en het maken van de zogenaamde Lourdesgrotten, waarvan bovenstaande afbeelding een heel mooi voorbeeld is.

De oudste Lourdesgrot van Nederland ligt aan een stil weggetje op de Sint Pietersberg bij Maastricht. Na een bezoek aan Lourdes liet de Maastrichtse behangfabrikant André Claereboets in 1874 de grot bouwen in de tuin van zijn buitenhuis Maaszicht. De kleine, intieme grot is er nog en dagelijks komen er mensen de stilte zoeken, een kaarsje opsteken en te schuilen bij Maria en bij zichzelf. Er is jaarlijks een processie naar toe vanuit de parochie Sint Pieter aan de voet van de Sint Pietersberg, maar het zijn vooral individuele bezoekers die er komen.

En ja, ook de schrijver van dit blog bezoekt regelmatig met vrouw en kleinkinderen de grot om er “e bougieke op te stéke”, de kinderen vinden het prachtig!