zondag 26 december 2010

Karst


Karst is een geologisch verschijnsel dat men in de mergelgroeven kan vertalen als een “grot” in de groeve.
Simpel uitgelegd ontstaat karst wanneer, tijdens de vorming van het kalksteen pakket ( miljoenen jaren geleden ), inspoelingen ontstaan van zuurhoudend water waardoor holle ruimtes ontstaan in de kalksteenlagen.
Normaliter zitten deze ruimtes diep in de grond verscholen en worden pas ontdekt in hun hoedanigheid als “grot” op het moment dat ze bij de mergelwinning ondergronds aangesneden worden.
In een land als Nederland waar deze natuurlijke holten niet voorkomen komt het fenomeen karst dan ook nauwelijks voor.
Als uitzondering is er de streek van Zuid-Limburg waar kalksteenlagen in de ondergrond voorkomen.
Tijdens de ondergrondse mergelwinning (de mergelgroeven) wordt dan wel een “Karstgrot” aangetroffen. De wanden van deze “grotten” worden dan vaak gevormd door een harde leemlaag die niet helemaal versteend is. Als blokbreker was men natuurlijk niet gelukkig als men op een dergelijke plek terecht kwam omdat er geen mergel aanwezig was om te winnen.
De naam karst is afkomstig van het KRŠ plateau in Slovenië waar karstverschijnselen voor het eerst bestudeerd werden.

zondag 19 december 2010

Een mooie vondst . . . .



Een mooie vondst : gewoon langs de wand, in een van de vele mergelgroeven die het Limburgse land rijk is, zie ik een klein rond groenig ding liggen. Ik buk me, raap het op kijk er in het halve donker even naar, steek het in mijn jaszak en vervolg mijn weg.
De volgende dag bij het wegruimen van mijn “bergspullen” heb ik het weer in mijn handen, het blijkt een muntje. In eerste instantie denk je dan aan een koperen cent of stuiver van een aantal decennia geleden, maar bij nadere bestudering blijkt het meer te zijn.
Met een loupe onder een goede heldere lamp zie ik een ster op een schildje met ernaast het cijfer 14. De ster lijkt verdacht veel op de 5 puntige ster van Maastricht, en na een zorgvuldige schoonmaakbeurt komt er daadwerkelijk een in Maastricht geslagen zogenaamde “Oord”, ook wel Liard genoemd, tevoorschijn. Het Internet zorgt dan voor de informatie: Geslagen te Maastricht in 1614 onder Albertus (van Oostenrijk) & Isabella (dochter van Philips ll van Spanje) in de regeerperiode 1598-1621.
Voorzijde (op de foto rechts): gekroond Habsburgs wapen tussen twee sterren, de kroon doorbreekt een cirkel. *ALBERTVS.ET.ELISABETh.DEI.GRatia - Albrecht en Isabella bij de gratie Gods
Keerzijde (op de foto links): gekroond wapen van Maastricht met afhangend gulden vlies tussen het jaartal (1614) op een "Bourgondisch kruis" (wegspringende vonken van een vuurijzer) in een cirkel. *ARCHIDVCES.AVST.DVCeS.BVRgvndiae.ET.Brabantiae - aartshertogen van Oostenrijk hertogen van Bourgondië en Brabant.
De bovenstaande afbeelding van de munt is overigens niet het exemplaar wat ik gevonden heb. Mijn vondst was goed te determineren, en in bijna zo goede conditie als de afbeelding! Tja, een beetje geluk moet je als bergloper zo af en toe wel hebben . . . .

zondag 12 december 2010

De Pitjesberg



De Pitjesberg is een mergelgroeve onder Zichen, deze plaats wordt altijd in 1 adem Zichen-Zussen-Bolder genoemd, en dat is niet helemaal goed volgens de lokale bevolking want je woont in Zichen of Zussen of Bolder. Enfin, de “kuil” ligt dus voor het grootste gedeelte echt onder de dorpskern van Zichen en dat verklaard ook weer de talloze kleine ingangen ook wel “graeten” genoemd vanuit kelders, stallen, schuren en zelfs de tuinen van de erboven wonende bevolking.
De Pitjesberg waarvan verondersteld wordt dat hij wel eens duizend jaar oud kan zijn is een echte boerenberg: een relatief kleine ontginning, maar door veelvuldig gebruik eigenlijk wel groot in oppervlakte: ongeveer vijf kilometer aan gangen zijn er ontstaan. Vaak zijn de gangen er zo laag dat je er gebukt moet lopen. Rond 1500 was de groeve al helemaal uitgegraven tot haar huidige vorm. Van 1900 tot 1960 werd de groeve gebruikt door champignonkwekers. Daarna werd ze niet meer gebruikt behalve door de vleermuizen natuurlijk.
Op een van onze “expeditie” avonden in 2010 maakten wij de bovenstaande afbeeldingen: een landschapsfoto waarin men de relatief lage hoogte van de groeve goed kan aflezen, en een foto van een, ongeveer 10 centimeter grote, inkrassing waarop twee maal een galg staat afgebeeld. De inkrassing is ongedateerd, maar zeker terug te voeren tot de 16de eeuw.
Ook is in deze groeve in 1992 een heuse muntschat opgegraven
bestaande uit 31 munten in een linnen zakje (of wat daar van over was) Van deze munten waren er 12 van koper, 18 stuks van zilver en 1 van goud.

De landschapsfoto is van mijn maat Rob.
Klik op de foto's voor een vergroting.

zondag 5 december 2010

Het Alhambra in de Jezuïetenberg



We schrijven 1927 als een aantal theologanten van de Jezuïetenopleiding in Maastricht op hun vrije woensdagmiddag, ook wel de “campagne” dag genoemd, beginnen aan hun zoveelste kunstwerk in de gangen van de Fallenberg, nu beter bekend als de Jezuïetenberg.
Zij creëren in 3 jaar tijd een kopie van een deel van het Alhambra, een Moors paleis in het Spaanse Granada.
De Fallenberg wordt dan al jaren “gebruikt” als artistieke uitlaatklep van deze theologanten, en in de groeve ontstaan dan ook meer dan 400 kunstwerken van kleine tekeningen tot complete bouwwerken als dit Alhambra.
Een van de spitsvondige details in de beschildering van dit kunstwerk bestaat uit een tientallen meters lange franje , als afwerking van de geschilderde wandtapijten, die bij nadere beschouwing blijkt te bestaan uit letters.
Deze letters vormen een uitvoerige kroniek van de totstandkoming van dit kunstwerk vanaf 3 maart 1927 tot de feestelijke opening op 22 april van het jaar 1930.
De Jezuïetenberg is nu een Rijksmonument, maar wel te bezoeken!
Op hun site vind je de informatie hierover: Jezuïetenberg

Bronnen: Maastrichts Silhouet: de Jezuïetenberg
Pierre Rousseau: De Jezuïetenberg monument in mergel
De foto is van Rik Bastiaans
Klik op de foto's voor een vergroting

zondag 28 november 2010

Een mooi verhaal


Bij een recente tocht kwam ik op een (tegenwoordig) moeilijk bereikbare plek het bovenstaande opschrift tegen. Gewoon een aantal namen onder elkaar met een datum erbij. Bij nadere beschouwing zag ik er de naam J.Caris bijstaan en dacht gelijk: een simpel opschrift, maar daar zit gegarandeerd een verhaal aan. Jo Caris, een bekende Maastrichtse dialectschrijver, mag ik tot een goede kennis rekenen. Een aimabele man die altijd tijd heeft voor een goed gesprek of een mooi verhaal.
Bij de navraag of J.Caris ook de Jo Caris is die ik ken kreeg ik het volgende antwoord:

Hallo Jacques.
’t Kin neet misse. Dinkelik zien de letters mèt roed “kriet” gesjreve. Narinx hètde mèt z’ne väörnaom Jerôme. Binne ’t gezin hètde heer Beu, ’n verbastering vaan Breur. Heer waos d’n einsigste jóng tösse e stök of zes meidskes. Ziene pa waos kunssjèlder en is d’n oorlog gearresteerd en noets mie trökgekoume. Tristig daobijj is tot ze de verkierde Narinx höbbe opgepak. Ze móste ‘ne naomgenoot höbbe. Jerôme is e jaor of tien geleije gestorreve.
Rutten hètde mèt z’ne väörnaom Guus. Heer is gestorreve wie ‘r begin daartig waos.
Iech waos in 1943 zèstien, Guus zevetien en Jerôme twintig. Veer waore alle dreij Gidse bijj ’t evacuatie gebäöre vaan de berreg. De leiding destieds had Fernand Tripels.
Dao mote ouch nog roej pijle zien mèt daobijj de lètters NCV, Narinx, Caris, Vankan. Vankan hètde vaan väöre Jo en waos vaan miene leeftied. Waos, want dee is ouch al jaoregeleije gestorreve. Ouch heer waos berggids bij d’n evacuatiedeens. Jo wèrrekde es teikeneer bijj de Gemeinte. Jo ziene pa is ónderwijzer gewees op de jongessjaol vaan Sint-Pieter, Blokhoof vaan Sint-Pieter, had ’n belangrieke funktie bijj de Luchtbesjerming vaan de stad en is jaorelaank veurzitter gewees vaan De Greune. E soort Sosjeteit.
Nog mie? Es 'ch de antwoorde weit zal 'ch ze d'ch geve.
Jerôme, Jo en iech woende op de Ceulestraot, Guus op d’n Observanteweeg.

Ik hoop, voor de niet Maastrichtenaren onder de lezers, dat dit antwoord leesbaar is, wat dit is zo typisch Jo Caris dat het zonde zou zijn om het om te zetten in het Nederlands. Voor mij is dit antwoord het zoveelste bewijs hoe mooi de Sint Pietersberg is voor onze cultuur en geschiedenis.
Het opschrift bevind zich in het nog resterende gedeelte van het zuidelijk gangenstelsel wat gelegen was tussen de stelsels Zonneberg en Caestert.
Het zuidelijk gangenstelsel is praktisch helemaal afgegraven door de ENCI, en een deel is ingestort door de druk van de stortberg Observant.
De verbinding met Caestert is afgesloten door de “grensmuren”

zondag 21 november 2010

Donker


Mooi sfeerbeeld van hoe de “berg” werkelijk is: erg donker!
Het is moeilijk voor te stellen dat gedurende honderden jaren mensen, bij het licht van niet meer dan een olielampje, deze geweldige gangen meter voor meter hebben uitgekapt en gezaagd, en dat alles in een relatief vochtige, en akelig stille omgeving.
Op deze foto die gemaakt is achter de grensmuren in de groeve Caestert
krijg je een goede indruk hoe sinister zo’n groeve kan zijn. De hoeveelheid licht die de Petromaxlamp geeft is aanzienlijk, echter door de grote afmetingen van de groeve ziet het er toch nog donker uit. Net genoeg licht voor deze mooie opname. In het midden zien we een schacht die gemaakt is om, bij een eventuele instorting, de drukgolf af te voeren.
Aan de rechterzijde (door het donker niet te zien) bevindt zich een van de drie speciaal aangelegde keermuren, ook wel de grensmuren genoemd.
Het verhaal hierover vindt je onder Nederland - België
Klik op de foto ( gemaakt door Rob Heckers) voor een vergroting.

zondag 14 november 2010

Onverklaarbaar


Gewoon onverklaarbaar is deze tekening in de Lacroixberg (Z.Z.Bolder)
Ongedateerd, simpel getekend en ogenschijnlijk zomaar wat lijnen lukraak zonder volgorde. Als je wat langer ernaar kijkt kun je er met wat fantasie wel iets van maken of in ieder geval wel uithalen: links beneden kan een berg zijn met bomen langs de rand en een groeve-ingang (?) in rood.
In het midden iemand met een vlag of vaandel, maar de cirkeltjes met
“Λ ll” zijn weer complete raadsels. Kortom: Je kunt er lang naar kijken maar je snapt er niets van. (ik spreek nu even voor mijn eigen).
Misschien is het ook helemaal niks en heeft de maker wat achteloos staan te krassen met zijn stukje houtskool en rode krijtje dat, en dat zien we wel, door dezelfde persoon gebruikt is!
Heeft de lezer/volger en/of kijker van dit Blog een suggestie of ziet hij of zij wat het voorstelt dan verneem ik dat heel graag! Het zal een verrijking zijn van mijn kennis over de “Berg”!

zondag 31 oktober 2010

Soldaten


Soldaten en andere krijgslieden hebben door de eeuwen heen altijd al tot de verbeelding gesproken.
Dit stukje wand in de groeve “Ternaaien-boven” (in de Sint Pietersberg)
staat vol met soldaten: ruiters te paard, arkebusschutters, een span paarden met een kanon erachter. Deze soldaten, vaak uitgedost in fantasierijke uniformen, zullen zeker veel indruk hebben gemaakt op de lokale bevolking. Soldaten waren er vroeger genoeg in en rond Maastricht, het was immers een garnizoenstad en een strategisch belangrijke plaats dus werden er vele belegeringen gevoerd. Tijdens deze belegeringen lagen er vaak in de omgeving van de stad vijandelijke legers met duizenden manschappen in een straal van pakweg 20 kilometer rond Maastricht. Indrukwekkend genoeg zou je zeggen, mede door het feit dat deze legers het niet zo nauw namen met de normen en waarden op de plekken waar ze verbleven. De tekening moet je dan ook zien als een “foto” uit die tijd: geschiedschrijving uit de 17de eeuw met een stukje houtskool. Gelukkig goed geconserveerd voor het nageslacht zodat wij een paar honderd jaar later nog kunnen genieten van de indrukken van toen!
Klik op de afbeelding voor een vergroting.

zondag 24 oktober 2010

De Ster van Maastricht


De geestelijkheid in Maastricht heeft een lange en rijke geschiedenis.
Vooral rijk! Al in de middeleeuwen bezaten de Maastrichtse Kapittels veel zogenaamde banken buiten de stad. De naam bank komt van schepenbank, zeg maar het bestuur van de betreffende plaats of gebied. De schepenbank was ook verantwoordelijk voor de rechtspraak.
Het Maastrichtse Sint Servaaskapittel bezat maar liefst elf van deze banken, ook wel heerlijkheden genoemd, buiten de stadsmuren.
Onder die bezittingen vielen ook een aantal mergelgroeven in en rond Zichen-Zussen-Bolder. In die betreffende groeven komt men dan ook vaker opschriften tegen voorzien van de 5 puntige ster zoals die voorkomt in het stadswapen van Maastricht. Uit archiefstukken kan men de opbrengst van een dergelijke groeve goed volgen: omstreeks 1550 werd de groeve waar bovenstaande foto genomen is door het Sint Servaaskapittel verpacht aan 5 personen voor de bewerking met 8 “bycelen” voor de tijd van 10 jaar. De opbrengst voor het kapittel was 20 gulden per bikkel (x 8 = 160 gulden)per jaar, onder de voorwaarde dat de stenen werden geleverd voor bouwwerken van het kapittel!. Hoeveel de opbrengst voor de pachters was staat er helaas niet bij.
Bron: R.Hackeng: het middeleeuwse grondbezit van het Sint Servaas-kapittel te Maastricht.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.

donderdag 30 september 2010

Andere bezoekers


Niet alleen wij mensen zijn bezoekers van de mergelgroeven.
Bovenstaande foto, genomen in de groeve Ternaaien boven, laat de sporen zien van een dierlijke bezoeker namelijk de Fluwijn of beter bekend als de steenmarter. In dit specifieke geval is het echt een “bezoekplaats”. De marter heeft de eieren meegenomen en op een rustig plekje verorbert. Dit leiden we af door het geheel ontbreken van een latrine, de plaats bij het nest of rustplaats waar de marter zijn behoefte doet, en dat maakt hem een “toevallige” bezoeker. De hoeveelheid lege eierschalen duid echter wel op wat frequenter bezoek van dit mooie diertje. De marter heeft zich hoogstwaarschijnlijk de toegang verschaft via een doline of aardpijp, een fenomeen dat in de mergelgroeves veelvuldig voorkomt, en wat voor kleinere dieren een makkelijke toegang is tot het ondergrondse. De grove bruine aarde op de foto bestaat voor een groot gedeelte uit champignonmest welke resten zijn van de kweekactiviteiten die hier jarenlang hebben plaatsgevonden.

zondag 26 september 2010

Gidsen



Bovenstaand de namen van enkele bekende gidsen uit de Sint Pietersberg namelijk Eberhard Timmermans en Simais. Mooi dat ze bij elkaar staan, dat zie je niet zo vaak!
Zolang er groeven bestaan zijn er gidsen. Meestal personen die er gewerkt hebben en daardoor iedere uithoek van de groeve kennen inclusief alle wetenswaardigheden zoals opschriften tekeningen etc.
De verhalen, wel of niet waar, komen van generatie op generatie en worden iedere keer spannender en meer onderhoudend!
Gids is ook heel lang “werk” geweest, gewoon een beroep zoals timmerman of metselaar. Een heel bekend voorbeeld is dat van Frans Ogg die een café bestierde aan de Lage Kanaaldijk vlak bij een ingang van de groeve Slavante in de Sint Pietersberg, en dat combineerde met het geven van rondleidingen.
In de berg lopen onder leiding van een gids was pakweg zo,n 100 jaar geleden al een kostbare zaak en dus alleen maar voor welgestelde, en trouwens: wat had een gewoon iemand nu in de “berg” te zoeken?
In 1916, het “bergloop” toerisme vond toen al decennia plaats, kostte een bezoek aan de berg onder leiding van een gids 2.00 gulden voor de eerste persoon, en voor iedere volgende die gelijk meeging 50 cent.
Om te illustreren hoe duur dit was: rond die tijd kostte een liter melk 8 cent, een kilo aardappelen 6 cent, een konijn voor de slacht 90 cent, een grote soepkip 1 gulden en een sigaar 3 cent.
Als je niet zelf bakte kocht je indertijd in Maastricht bij de Patissier (de luxe bakker) een vlaai voor 50 cent en een luxe gateau (mokkataart) voor 1.50, en zie: dan is 2 gulden voor een tochtje in de grotten natuurlijk heel veel geld! Andere heel bekende gidsen namen zijn: Kolen, Dorlo en Penninger ook zij hebben hun namen meermaals opgetekend in de diverse groeven. De tweede afbeelding is een reclamepagina voor een grotten bezoek onder leiding van Francois Eberhard, concurrentie bestond toen ook al!
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
Met dank aan Rob Heckers voor de advertentie van Eberhard

zondag 19 september 2010

Zeldzaam . . .


Zeldzaam . . .
Goed gezien. Al bij haar tweede bezoek aan een van de groeven ontdekte beginnend bergloopster Susanne al dit “nestje” Amblyteles Quadripunctorius,
(vergeet de naam maar snel mocht je het überhaupt kunnen uitspreken),
een soort sluipwesp en in dit specifieke geval bevruchte vrouwtjes die sociaal overwinteren en heel zeldzaam voorkomen op de plek waar wij ze gezien hebben. De soort overwintert wel vaker in grotten, groeves, fortificaties en dat soort plaatsen, maar (bijna) altijd op die plekken waar nog wat daglicht doordringt. De bovenstaande exemplaren bevonden zich al behoorlijk diep in een uithoek van de groeve Ternaaien Beneden toen we ze op de foto vastlegden. Er komen maar een klein aantal dieren in de groeves voor buiten de welbekende vleermuis. Een aantal van deze dieren zijn toevallige bezoekers zoals veldmuizen en padden, die veelal via ventilatie of blokschachten in de groeve terecht komen. Verlaten en afgelegen groeves zijn ook wel vaker de verblijfplaats van grotere zoogdieren zoals vossen, dassen en steenmarters.
Met dank aan John Hageman
Klik op de foto voor een vergroting.

zondag 12 september 2010

Liefdesverklaring aan Bolleken



Na lang zelf zitten puzzelen met behulp van diverse goedwillende medeonderzoekers ben ik toch maar naar het RHCL (Regionaal Historisch Centrum Limburg) aan de Pietersstraat te Maastricht getrokken om de echte onderzoekers ermee te confronteren.
Het opschrift staat in de berg van Zichen in België, is ongedateerd en er staat geen naam bij. Het is een goed leesbaar handschrift voor die tijd, maar als je begint aan de tekst blijkt het voor de gemiddelde hobbyist toch wel moeilijk te vertalen. Zelf kwam ik niet verder als och mijn alder lyffste, maar de hele tekst van deze 17de eeuwse liefdesverklaring luidt:
OCH MIJN ALDER LYFFSTE
BOLHEKEN WIL U MIJCH GHELOVEN
ICH SOU DIJCH GHEGHEVEN
ZOET GOOTT
Naar gevoel vertaald (als we het al moeten vertalen) zou dat dus zijn
“Och mijn allerliefste bolleken wilt U mij geloven ik zou je zoet goed geven”
Bolleken staat voor een koosnaam, en zoet goed kan iets van suiker zijn of snoep maar dat zullen we natuurlijk nooit helemaal echt weten. Evenmin of Bolleken het ooit zelf gelezen heeft.
Verder is het aan U, de lezer zelf, om een passende vertaling te maken.
De tweede foto is van een pagina met schrijfvoorbeelden van letters zoals die in de 16e en 17e eeuw geschreven werden. Bijzonder handig bij het ontcijferen van opschriften uit die tijd!
Met dank aan het RHCL (Regionaal Historisch Centrum Limburg)
Bij nadere bestudering is er een minder romantische vertaling:

"Och mijn alder lyffste
bolekun wilt u mych gheloven
ick sou dych ghegheven zaet goott"

Helaas is het niet zo romantisch als de eerste ontcijfering, zaad goed inplaats van zoet goed. men heeft de a in de eerste regel vergeleken met de a in zaet. de transcribent meent ook dat er staat inplaats van bolheken, bolekun de bovenstaande streep van de h gaat door naar beneden daarom lijkt het een letter te zijn, dus niet.

Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.

zondag 5 september 2010

Speciaal . . .



Alweer de 100ste bijdrage op dit nog jonge blog, niet dat, maar het onderwerp is van belang! . . . .tenminste zo denk ik erover . . .
Mannetje met pijp en hoed, op een paardje met veel te korte benen.
Niet al te goede tekening van een ruiter, maar toch een beetje speciaal.
De reden: de tekening is met een toorts of fakkel getekend!
Maak je een houtskooltekening met een stift dan krijg je mooie dunne strakke en regelmatige lijnen. Ook een willekeurig gevormd stukje houtskool zal “aanscherpen” door middel van slijtage op de mergel ondergrond (net als een stukje schuurpapier) en dus een min of meer regelmatige lijn weergeven.
Bij de bovenste tekening zijn de lijnen niet zo strak en regelmatig en dus klaarblijkelijk gemaakt met een dikkere stok of tak die bij de gidsen of bezoekers van weleer als toorts dienden.
Regelmatig zijn op de mergelwanden dan ook zwarte vegen of halen te zien (2de foto) afkomstig van het “aanscherpen” of schoonmaken van het uiteinde van de toorts, fakkel of flambouw. Helaas zijn bij dit soort acties ook vaker de op de wand aanwezige opschriften (bewust of onbewust) onleesbaar gemaakt en beschadigd, de foto laat dat duidelijk zien. Opschriften en tekeningen in houtskool zijn veel voorkomend in de groeves. Het oudst (gedateerde) houtskool opschrift dat wij kennen is dat van “Lambier le Pondeur”. Dit opschrift uit de Middeleeuwen (1468) in de Caestertgroeve is nog niet zo lang geleden tijdens een onderzoek door middel van de C14 methode (koolstof datering) onderzocht en als authentiek erkend.
Klik op de foto voor een vergroting.

zondag 29 augustus 2010

Uit de “Deftige” tijd



Als Jules Sondeijker dit in 1902 schrijft (of het in opdracht gemaakt is weet ik niet) wordt er in Maastrichts nog Frans gesproken. Niet door iedereen natuurlijk, want het overgrote deel van de bevolking leeft in armoede, is slecht gehuisvest en werkt onder andere in de welbekende aardewerkindustrie bij de familie Regout. Het zijn juist de rijken van die tijd die dan de Franse taal nog spreken. Het gewone volk spreekt gewoon “Mestreechs” plat, een dialect dat overigens wel doorspekt is met Franse woorden, een overblijfsel uit de Franse bezetting van de stad in de 19de eeuw. Enfin (!) . . . Uit die deftige tijd is dus dit opschrift, en er staat te lezen dat ze bij Léon Claessens-Hendriks op de hoek van het Onze Lieve Vrouwenplein en de Bredestraat nummer 1, Dejeuners (een middagmaal) Diners (een avondmaal) en Soupers (een avondmaal maar dan vooral min of meer feestelijk op een laat uur) serveren. Het is gewoon niets anders als een reclameboodschap op de toeristenroute in een van de gangen van de Sint Pietersberg. Het is niet de enige reclameboodschap in de groeve, verderop in dit blog vind je onder “Reclame in de Zonneberg” nog een aantal voorbeelden van dit soort opschriften. Het in 1902 beschreven adres bestaat nog altijd en heeft ook nog altijd een horeca functie: Restaurant Brasserie “La Ville” is er thans gehuisvest. O ja, en voor dat ik het vergeet: je zit er vis-a-vis le Théatre oftewel oog in oog met het Theater: “La Bonbonnière” achter de Comedie, en dàt is pas deftig Frans!

De groevefoto is van bergloper Aldo Haan. Klik op de foto’s voor een vergroting.

zondag 22 augustus 2010

Vroeger was het anders . . .




Rond 1700 zag men het inwendige van de “berg” als op de eerste afbeelding: de maker had het een en ander van horen zeggen en maakte middels een gravure er een spannende plaat van. Omdat hij er zelf niet geweest was ontstond er een fantasievoorstelling van een onderaardse wereld die vergeleken werd met het Vrijthof op een zondagmiddag: groepjes mensen gezellig keuvelend en flanerend met een flambouw (want het was er wel donker natuurlijk).
Ongeveer 130 jaar later is er nog niet zo veel veranderd (afbeelding 2)
De kleding is natuurlijk aangepast naar de mode in die tijd maar de groeve zelf is nog altijd mooi gekopieerd door de maker die er ook niet zelf geweest is, maar het van een gravure heeft die hij in een boek tegenkwam.
Oké, het is wat minder druk en er wordt wat meer gewerkt in plaats van geflaneerd maar de werkelijkheid is nog ver te zoeken!
Weer bijna 120 jaar later (afbeelding 3) kunnen we de werkelijkheid perfect in beeld brengen: de goede hoogte, de goede breedte, de goede kleur, complete rust, en een eenzame leegte, dàt is het inwendige van de “berg”. De maker van deze foto (Bert Beckers) die dit moment digitaal perfect vastlegde was er immers zelf bij!
Trouwens, er is ondergronds in de afgelopen eeuwen (bijna)niets meer veranderd. De situatie's in de gangenstelsels zijn nog altijd dezelfde, maar plaatje 1 en 2 zijn fantasievoorstellingen!
Voor meer ondergrondse fotografie: Bert Beckers Fotografie
Klik op de foto's voor een vergroting.

zondag 15 augustus 2010

Wim Swerts


Het hoeft niet allemaal oud te zijn, want mooi vlot en helemaal van deze tijd is natuurlijk ook prachtig en aardig om te zien.
In 1998 tekent cartoonist Wim Swerts (bekend van o.a. Samson & Gert, Piet Piraat, en de misschien nog bekendere kabouter Plop) in de groeve “Ternaaien-Beneden” zijn gids Erik Lamkin. De gelijkenis is treffend: Erik ten voeten uit mèt zijn Petromax en rubber laarzen, vergezeld van enkele creaties die de tekenaar wereldberoemd hebben gemaakt in België.
Dit strip meesterwerk steekt natuurlijk wel heel erg af bij de eeuwenoude omgeving maar blijft een lust voor het oog.
De tekening is onderaan links gesigneerd: Wim Swerts 26 oct 1998.
Een heel leuk detail: op de linkerlaars (voor de kijker rechts) staan de initialen H L, welke staan voor Erik Lamkin de gids.
Wil je meer weten over de tekenaar:Homepage Wim Swerts
Klik op de foto voor een vergroting.

zondag 8 augustus 2010

Huwelijk?




Zou het echt iets kunnen zijn over een huwelijk?
De Franse woorden mariag en mariage komen we voor in deze bijzondere tekening. Het woord mariag kan, denk ik, worden afgedaan als een schrijffout.
Waarom bijzonder? Een vrouwelijke (redelijk breedgeschouderde)
blokbreker of moeten we blokbreekster zeggen samen met een mannelijke bergwerker in een tekening, dat zien we niet vaak. Het zware vak van blokbreker was normaal voorbehouden aan mannen, maar wie zal het zeggen?. Enfin, boven de (wat als wij toch duidelijk als vrouw zien) linker figuur staat de naam Frans Schiepers geschreven met de toevoeging mariag. De mannelijke figuur ernaast is voorzien van de naam Gehijs Schipers met de toevoeging mariage. Waarom nu twee mannennamen bij de bruid en bruidegom(?) blijft een raadsel. De tekening is gesigneerd met: Hypolite Delu 1837 althans dat nemen we aan omdat die naam er in hetzelfde handschrift onder staat.
O ja, dat het om bergwerkers gaat zien we natuurlijk aan de gereedschappen die ze bij zich hebben: de vrouw is voorzien van een grote zaag, de man leunt nonchalant op een slag of stootbeitel.
De tekening bevindt zich in de groeve Ternaaien-Beneden iets ten zuiden van Maastricht.
Klik op de foto voor een vergroting.

zondag 1 augustus 2010

Illegaal stoken ?


Ik moet me al sterk vergissen als dit niet over illegaal stoken gaat!
Het grote manneke rechts biedt het kleine manneke een glas aan uit wat mij toch wel doet voorkomen als een distilleerketel!
Nu is dit niet zo vreemd, want overal ter wereld wordt er clandestien alcohol gestookt en meestal gebeurd dit op plekken die men liever verborgen houd vanwege het illegale karakter van deze bezigheid!
Illegaal stoken is al eeuwen strafbaar omdat er altijd en overal wel een overheid is die er belasting of accijnzen op mis loopt die er normaal op geheven worden. De verlaten mergelgroeven hebben dus ook hun steentje bijgedragen als het gaat om illegale stookpraktijken. De mij laatst bekende illegale stokerij was die in de Apostelgroeve (zie volgende artikel) in de jaren 70 van de vorige eeuw: doordat de groeve 2 etages heeft konden, in een keurig en vakkundig gecamoufleerd gedeelte, de illegale jeneverstokers een aantal maanden ongestoord hun gang gaan. Nu zijn in deze groeve nog de sporen te bewonderen van deze illegale activiteit!
Bovenstaand is natuurlijk mijn interpretatie van deze groevetekening, ik kan het helemaal bij het verkeerde eind hebben als het gaat om de afbeelding. Heb jij een betere uitleg van wat ik zie als een distilleerketel reageer dan op dit artikel. Ik ben benieuwd.

zondag 25 juli 2010

De Apostelgroeve



Onder het glooiende landschap van de historische Louwberg (Zonnekoning Lodewijk XIV voerde vanaf deze heuvel zijn leger aan tijdens het beleg van Maastricht in 1673) bevindt zich een kleine groeve: de Apostelgroeve. De groeve dankt zijn naam aan de eigenaren: de in 1497 opgerichte stichting XII Apostelenhuis, onder andere beheerders van het gelijknamige verzorgingstehuis gelegen aan de Bogaardenstraat in Maastricht. Deze groeve heeft een bewogen geschiedenis. Samengevat is de ontginning van deze groeve begonnen in 1770 en in 1777 al gestaakt. De groeve leverde de eigenaren namelijk niet de verwachte winst, dus na relatief korte tijd met behoorlijke verliezen werd er gestopt met “breken”. Dankzij de uitstekend bewaarde boekhouding kunnen we lezen dat er in totaal ongeveer 69.000 blokken zijn gewonnen in een periode van 7 jaren met 160 werkdagen (van half oktober tot begin mei per seizoen). De werken werden uitgevoerd door de “huisaannemer” van de XII Apostelen: de metselaar Hendrik Lenaerts, die het werk uitvoerde met 6 knechten. Toen er in 1777 gestopt werd bleven er ongeveer 20.000 blokken onverkocht. Tot 1784 wist men nog 10.000 blokken te slijten, maar het verlies werd genomen. Waar de 10.000 overgebleven blokken zijn gebleven is onbekend. Verderop in de geschiedenis, in de 2de wereldoorlog, heeft de groeve onder andere dienst gedaan als schuilgelegenheid en opslagkelder. Na de oorlog is ze jaren in gebruik geweest als champignonkwekerij. De bekende kwekersfamilie Ronda heeft er tot begin 1975 nog “champignonbedden” gehad. Zeer tot de verbeelding spreekt ook de illegale jeneverstokerij die hier nog niet zo lang geleden actief is geweest. Hiervan zijn ook nog de restanten terug te vinden in een goed verborgen deel van de groeve.Kenmerkend in de Apostelgroeve is ook de aanwezigheid van een "dubbel" stelsel hetgeen op de foto goed te zien is.
De erboven gelegen Louwberghoeve is nu beter bekend als wijngaard “de Apostelhoeve”.
(op de bovenste foto beneden in het midden: de ingang van de groeve)

Bron: SOK mededelingen 32/Ton Breuls: De geschiedenis van de Apostelhoeve
Foto Apostelhoeve: Bert Beckers/foto Apostelgroeve: Rob Heckers.

zondag 18 juli 2010

Terug naar de oorsprong


Nee nee dit is geen pizzaoven bij de Italiaan of zo maar de bovenzijde, en afsluitkap van een middeleeuwse beerput.
In de tachtiger jaren van de vorige eeuw werd deze mergelstenen beerput gevonden onder het terrein van het Boschstraatkwartier alwaar een hele nieuwe wijk werd gebouwd. Deze beerputten fungeerden vroeger als toiletten, maar werden ook gebruikt als afvalput en dat is natuurlijk weer koren op de molen voor de hedendaagse archeologen die hier een schat van informatie kunnen uithalen.
Dit exemplaar werd aangetroffen mèt een koepel wat het gebruik als toilet mogelijk maakte. Na gedegen onderzoek van de inhoud werd besloten de beerputkoepel af te breken en weer op te bouwen in het Noordelijk gangenstelsel, om zodoende het bouwmateriaal (mergel) weer terug te laten keren naar de oorsprong: de winplaats van de steen!
De kans dat de gebruikte blokken uit de groeve Noord komen is natuurlijk maar klein, maar niet ondenkbaar! Het is een bekend gegeven dat de mergelsteen uit de Sint Pietersberg heel veel gebruikt werd voor het maken van funderingen van kelders, het repareren en opvullen van de vestingmuren, het bouwen van putten enzovoort, en minder voor het bouwen van huizen, kerken en kloosters in Maastricht die veelal met de mergelsteen van Zichen (België) werden gebouwd vanwege de kwaliteit van de mergelsteen.
Veel berglopers gebruiken een speciale naam voor hun hobby: De foto is van een bergloper met de toepasselijke naam ”Kalksteenverslaafd”
Klik op de foto voor een vergroting.

zondag 11 juli 2010

Veiligheid


Ditmaal geen mooi of romantisch plaatje maar een voorbeeld van moderne apparatuur om de veiligheid in de groeve te bevorderen. Het doel van deze installatie is om de zogenaamde “kruip” te meten.
Kruip is de benaming voor het verkorten of “het inzakken” van de pilaren die de gangenstelsels hun stabiliteit moeten geven. De gangenstelsels zijn gerealiseerd volgens de “room en pillar” methode wat weer wil zeggen dat er genoeg pilaren moeten blijven staan om de duizenden tonnen druk van bovenaf te weerstaan. Kruip, het gaat hier om millimeters, maakt deze kolommen instabiel maar het is tot op eenhonderdste millimeter nauwkeurig te meten met speciale technieken en meetapparatuur. Door de meetgegevens goed te interpreteren kan men bijtijds maatregelen nemen om bijvoorbeeld verstevigingen aan te brengen in groeven die een toeristische functie hebben, dit natuurlijk om de veiligheid van de bezoekers te waarborgen.
De geplaatste apparatuur bevind zich in de Jezuïetenberg, de enige groeve in Nederland met een monumenten status.
Bron: Ed Stevenhagen: De Limburgse mergelgroeven/Pilaren, kruip en instortingen in kalksteengroeven.
Of neem eens een kijkje op:De Limburgse mergelgroeven
Klik op de foto voor een vergroting.

zondag 4 juli 2010

Verdwaald, en op zoek naar . . .


De tekst van deze foto is wel duidelijk: “Op zoek naar Machiel Daenen
(1793-1869)”. Het opschrift is gedateerd 12-07-2006, en voorzien van enkele zogenaamde bergloperstekens.
Na enige speurwerk blijkt het opschrift te zijn van bergloper Wilfred Schoenmakers die op zoek was naar . . . . een opschrift!
Hij was op zoek naar het opschrift: “ik ben verdwaald, God beware mijne arme ziel”. Wilfred, op zoek naar stamboom gegevens over de familie Daenen, werd attent gemaakt op een artikel in het “cronijkje van het Hertogdom Limburg sedert MDCCCXXX”, wat handelde over de verdwijning ( op 29 juli 1865 ), en het later terugvinden ( oktober 1867) van Michael Daenen (een voorvader van Wilfred) in de groeve Caestert.
Het hele verhaal met de titel “Une sinistre découverte dans la grotte de Caestert” (“Een gruwelijke ontdekking in de grot van Caestert”) is te lezen in de SOK mededelingen nummer 51, een uitgave van de Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven.
Het opschrift “ik ben verdwaald, God beware mijne arme ziel”, wat de aanleiding was voor het onderzoek, is overigens (nog) niet gevonden!

Bron: SOK mededelingen 51 met dank aan Wilfred Schoenmakers
Klik op de foto voor een vergroting.

zondag 27 juni 2010

Uit de oude doos.



Hier een afbeelding van de beroemde Maastrichtse Mosasaurus, gemaakt aan het begin van de 20ste eeuw, door de Maastrichtse kunstenaar Jules Sondeijker. Het is natuurlijk een fantasieafbeelding want inmiddels weten we heel wat meer over deze vroegere zee bewoners, en vooral hoe ze eruit zagen. Sondeijker maakte van zijn Mosasaurus dan ook een soort van krokodilachtige sprookjesfiguur zoals men in de 18de eeuw, na de vondst ervan, het grote beest uitbeeldde. Toch zal het werk de bezoekers aan het begin van de vorige eeuw zeker hebben aangesproken. Het beeldhouwwerk is gelegen in het museum van het gangenstelsel “Zonneberg”, maar is al sinds jaren niet meer te bezoeken omdat het zich aan de rand van de ENCI-afgraving bevind.
De toegang van de museum gangen is voorzien van een muur, en de daarachter gelegen kunstuitingen zijn grotendeels verdwenen in de cementovens van de grote boosdoener ENCI. Een enkel kunstwerk werd gered van de ondergang: “Maastricht Vooruit” gemaakt door dezelfde kunstenaar werd verplaatst naar de gidsenroute van Zonneberg zie ook Maastricht Vooruit
De in 1955 opgerichte Sint Pieterse carnavalsvereniging
“De Mosasaurussen” keken waarschijnlijk met een schuin oog naar het beeldhouwwerk toen ze een afbeelding zochten voor hun “drapeau” (vaandel).
Meer over de beroemde Mosasaurus vind je verderop in dit blog onder de naam Mosasaurus

zondag 20 juni 2010

Nederland - België




Op de eerste foto de aanduiding van de landsgrens: Nederland – België.
Het opschrift bevindt zich bij de “grensmuren” van de groeve Caestert
Bovengronds zijn de landsgrenzen aangeduid met grenspalen, maar ondergronds loopt men zonder er erg in te hebben van het ene naar het andere land.
In de groeve Caestert, waar deze opname gemaakt is, kruisen zelfs 3 grenslijnen elkaar:
De landsgrens Nederland België, en de provinciegrens Vlaanderen – Wallonië.
De muren die je ziet op de 2de foto zijn overigens geen echte grensmuren. Ondanks dat ze juist op de denkbeeldige grens liggen zijn ze, aan het einde van de veertiger jaren van de vorige eeuw (1949 om precies te zijn), aangelegd om instortingen te voorkomen.
Door de aanleg van een ENCI stortberg, later “D’n Observant” genoemd, kreeg het resterende gangenstelsel “Zuid” het zo zwaar te verduren dat de kolommen een voor een bezweken onder de immense druk van de stortberg. Om te voorkomen dat de instortingen zich zouden uitbreiden richting Caestert werd er besloten een aantal damwanden te plaatsen.
Op een plaats waar in die tijd Zuid met Caestert (middels drie gangen) verbonden waren heeft men toen met betonblokjes en een speciale soort specie deze licht gebogen wanden opgetrokken. De licht gebogen vorm dient om de drukgolf op te vangen die er kan ontstaan bij een instorting. Om die luchtdruk af te voeren is er ook nog een schacht naar de oppervlakte geboord. Deze schacht bevindt zich aan de rechterzijde van de grote muur op de foto. De derde muur (niet op de foto) bevindt zich nog een kolom naar rechts.
Bron: SOK mededelingen 40: Ton Breuls/Grenzeloos Caestert gebukt onder grenzen
Foto’s: Rob Heckers & Jacques Konings
Klik op de foto’s voor een vergroting.

maandag 14 juni 2010

Reclame


Verderop in dit blog staat onder de tekst “reclame in de Zonneberg” een artikel over onder andere deze afbeelding. Het is wel interessant om te zien hoe deze tekening er na een aantal decennia nu bijstaat, en je ziet hier het resultaat: het is een mooie tekening, op een nog mooiere foto, maar de staat van het werk is erbarmelijk. Helemaal volgeschreven en bekrast. Deze tekening verdient een beter lot, een restauratie zou een ode zijn aan zijn makers. Of moeten we het toch vergelijken met de huidige reclame: uit de tijd, dus weg ermee?
De (recente) foto is van mijn bergmaat Rob Heckers.
(klik op de foto voor een vergroting)

zondag 6 juni 2010

Anders


Op deze foto van collega bergloper Bert Beckers zie je een geheel ander type groeve. Het zijn de “werken van Mathuus”, en ze bevinden zich op de linker oever van het Albert kanaal (vanaf Kanne gezien).
Het is een relatief jonge groeve, die voor het grootste gedeelte mechanisch gedolven is met behulp van explosieven en elektrisch gereedschap. De winning was dan ook niet gericht op blokken om te bouwen, maar losse mergel ten behoeve van de glasindustrie.
Vooral direct na de 2de wereldoorlog was er een enorme vraag naar bouw en afwerk materialen zoals b.v. glas.
In dit soort groeven mis je natuurlijk de “spanning” van eeuwen geschiedenis, maar het zijn evengoed ondergrondse gangenstelsels met hun eigen interessante verhalen, en een schitterend decor voor kunstzinnige foto’s.
De groenige kleuring op de wanden wordt veroorzaakt door algenaanslag, omdat dit deel van de groeve in contact staat met de buitenlucht en door de hoge relatieve vochtigheid van de kalksteen ontstaat er al snel een algenaanslag.
Klik op de foto voor een vergroting.

zaterdag 29 mei 2010

Fafchamps, conducteur des mines

Het opschrift is niet helemaal duidelijk, maar we lezen:
Fin de travaux 30 7bre 1823 Fafchamps conducteur des mines.
Vertaald is dat: einde van de werken 30 september 1823 Fafchamps controleur van de mijnen. Mooie schrijfwijze is de datum: 7 (in het Frans sept) en dan “bre” erachter, dat lees je dan als septembre (september).
Welnu, Toussaint-Henri-Joseph Fafchamps (1783-1868) was landmeter en ingenieur, en in die laatste hoedanigheid aangesteld als controleur van de mijnen.
Daar de (ondergrondse) mergelgroeven de status van mijn hebben werden ze dan ook gecontroleerd door het toen ook al bestaande “toezicht op de mijnen”.
Fafchamps was in zijn hoedanigheid als controleur vaker in de groeven van Klein Ternaaien, en heeft er in meerdere opschriften zijn commentaar achtergelaten.
Voor ons berglopers is zo’n opschrift belangrijk omdat het aangeeft hoe lang er daadwerkelijk mergelblokken gewonnen zijn in een groeve.
Meer over Fafchamps kun je vinden bij: “mergelgekrabbel” van bergloper Bert Beckers.
klik op de foto voor een vergroting.

zondag 23 mei 2010

Mont Gotthart


Een enorme koepel, een grote puinberg, en daarbovenop een mergelblok van een paar ton! Dat zijn de gevolgen van een ondergrondse explosie in het gangenstelsel Noord. Als je boven op de puinkegel zit kun je mooi 360° rondkijken, en zie je wel 5 gangen waar de bergwandeling verder kan gaan. Ze lopen weliswaar niet allemaal door vanwege de instortingen maar het blijft een apart gezicht! Omdat het zo bergachtig uitziet noemde men deze instortings-puinkegel al snel de “Gotthart”. Menig slokje wijn is op deze pleisterplaats al genuttigd, want het is een rustpunt in de route naar de gangen onder het fort St.Pieter en daarvoor moet je deze berg “nemen”. De foto is van bergloper Hans Ogg, en genomen in de jaren 70 van de vorige eeuw. De route is overigens niet meer te lopen, iets wat veel oudere berglopers heel jammer vinden. De goede herinneringen blijven evenwel bewaard!

zondag 16 mei 2010

Respect . . .


Ook dit hoort op dit Blog:
Respect!, diep respect verdienen de mensen die op hun vrije dag tot wel 40(!)vuilniszakken troep uit de groeven verwijderen.
Kilo’s lege blikjes, flesjes, drinkkartons, chipszakken en ander verpakkingsmateriaal worden er dan verzameld uit de kilometers gangen bij Klein-Ternaaien (net ten zuiden van Maastricht) om vervolgens langs een aantal kronkelige steile bospaadjes naar beneden vervoerd te worden.
Een Aktie waar je U tegen zegt !!
Niet door de Gemeente of een andere, wel of niet belangrijke, Overheidsdienst, maar door gewone Berglopers die hun hart voor de berg op de goede plaats hebben!
De verzamelde troep is achtergelaten door de bezoekers die het niet zo nauw nemen met de voor ons zo fascinerende gangenstelsels.
Theelichtjes, vaak wel tientallen, bakenen vaak een route, maar worden vervolgens “gewoon” vergeten bij het naar buiten gaan. Na een aantal van deze acties liggen er wel een paar honderd van deze dingen die nooit weer vergaan in deze omgeving.
Dus bij dezen: een groot compliment, een diepe buiging en chapeau voor de echte Berglopers die dit een aantal keren per jaar klaarspelen!
De foto is van bergloper Piet die helemaal uit het Brabantse komt om hier de groeven op te ruimen.

zaterdag 8 mei 2010

Gewoon mooi!


Bovenstaande opname wil ik jullie niet onthouden. We zien drie afzonderlijke tekeningen in de groeve Caestert, die waarschijnlijk rond dezelfde periode vervaardigd zijn.
De meest linkse afbeelding is die van een draaimolen, die ik wat verder in dit blog beschrijf onder het onderwerp: Sint Servaaskermis en de middelste en rechtse tekening stellen Mammelukken voor, die ook verderop in dit blog uitvoerig beschreven worden als: De Mammelukken van Napoleon. Vermeldenswaard is ook nog de naam Dorlo die te zien is onder de tekening van de molen. Deze Dorlo was een beroemde gids, en een zeer gerespecteerde kenner van de “berg” in de 19de eeuw, wiens naam tientallen keren te vinden is in de groeven in en rond Maastricht.
De foto is een samenwerking van Rob Heckers en mijzelf.
Klik op de foto voor een vergroting.

zondag 2 mei 2010

Geluk . . . .


Bovenstaande foto laat ons twee maal het geluk zien.
Het opschrift: Ioannes Eyssen anno 1738 Gertruidis Schillinx.
Hun geluk: in het jaar 1738, het jaar van de inkrassing, zijn deze beide 10 jaar getrouwd (27-07-1728 Heerlen).
Mijn geluk: Ik doe al geruime tijd onderzoek naar de kinderen Eyssen (zie Hoc Fecit Willem Eijssen), en heel recent ontdek ik per toeval deze inkrassing in de groeve Caestert. Bij het voorbereiden van een foto-opname draai ik de lamp op een laag pitje, en zet deze op de grond tegen de muur. In het geringe licht zie ik dan op ongeveer 30 cm. hoogte van de vloer deze inkrassing . . . . . mijn geluk!
Deze plek zijn we al tientallen malen gepasseerd zonder dit opschrift te zien, het geluk zit vaak in een klein hoekje . . . .
De vraag blijft echter was Gertuidis Schillinx ook erbij toen haar naam hier ingekrast werd ? Ik geloof het wel, alleen al om het verhaal wat mooier te maken . . .

maandag 26 april 2010

Grafkelder




Een beetje griezelig is het wel: een heuse grafkelder!
Dit keldertje bevindt zich in een kleine groeve, (5 kleine gangen of aanzetten daartoe), iets ten zuiden van de groeve Caestert pal onder de plek waar zich tot 1972 het majestueuze kasteel Caestert heeft bevonden.
Op de foto’s zien we respectievelijk de ingang van de groeve, de toegang tot de grafkelder, en het interieur met de nissen in de grafkelder zelf.
Uit de geschiedenis van het kasteel weten we dat slechts 1 van de nissen daadwerkelijk in gebruik is geweest. Bij de vondst van een blauw arduinen sluitsteen kwam vast te staan dat een van de nissen de laatste rustplaats is geweest van mevrouw Jacoba Cornelia Nahuis de weduwe van Eustache Servais Veugen, wiens moeder Maria Helena Barbara Veugen-Lousberg op het kasteel heeft gewoond vanaf 1798.
De tekst op de afsluitsteen luidt:
JACOBA CORNELIA NAHUYS
Epouse VEUGEN Receveur General
Décédee Le XVII Decembre MDCCCIX
Agée De XXXIII ANS
La Vie ne Commence Qu au De la Du Tombeau

Het graf is overigens al begin 1900 (illegaal) geruimd.
In dezelfde kleine groeve was ook de ijskelder van het kasteel Caestert gevestigd, deze kuil is thans met een stevig hekwerk afgesloten en niet toegankelijk.
Bron:SOK mededelingen nr.10 (Ed de Grood:De dood te Caestert)
Klik op de foto’s voor een vergroting.

dinsdag 20 april 2010

IANNO


Deze IANNO (spreek uit als Janno) is jarenlang een mysterie geweest onder de opschriften in de Sint Pietersberg. Je komt hem namelijk op tientallen plaatsen in alle Maastrichtse groeven tegen. Soms heel bescheiden zoals de bovenstaande afbeelding, maar ook een aantal keren in letters van wel 50 cm. hoog! (Zonneberg groeve). Door de vondst van het opschrift IANNO alias Jan Hupkens te combineren met het opschrift Jano leschlager,(met de o hoogstwaarschijnlijk bewust bij Jan gevoegd) dat in de onmiddellijke nabijheid stond, kwam men tot de ontdekking dat het ging om Jan Hupkens die het beroep van olieslager uitoefende. Olieslager is een oude benaming voor een molenaar op een oliemolen. De oliemolens werden aangedreven door wind of water, en persten olie uit oliehoudende zaden zoals raapzaad, koolzaad, aardnoten en lijnzaad. Onze IANNO was in zijn tijd al een fervente bergloper: het oudst bekende jaartal bij zijn naam is 1680, het jongste 1709. Het hier afgebeelde opschrift stamt dus uit de beginjaren van zijn berglopersschap.
Klik op de foto voor een vergroting
(bron: Nota betreffende de betekenis van het Zonneberggangenstelsel in de St.Pietersberg)

donderdag 15 april 2010

De “Rechters”


Iedere zichzelf respecterende bergloper moet er eens geweest zijn:
Bij de Rechters. Alleen al de tocht er naar toe is (lees:was) een waar avontuur! In de tijd dat dingen nog mogelijk waren ging je in het Noordelijk gangenstelsel via de instortingen dus kruip-door/sluipdoor naar een wederom gaaf gangenstelsel, om vervolgens te belanden in een mystieke ruimte genaamd “de Rechters”. Deze ruimte was gelegen in een doodlopende gang met een verhoging aan het einde, een zogenaamde “kamer”. Deze kamer ontleend zijn naam aan een aantal tekeningen van rechters voorstellende een “Tribunaal Crimineel”, en men vind er het mooie opschrift:
“Die mijn kamer vint Die moetse niet bederven Laat uwen besten
vrint Niet schryven op de verven Diet is een gedachtenis Bidt God den Soon Daet hey ons genadig is Een Synen heemelsen troon”

Eronder staat de naam Gerardus Rosier met het jaartal 1806
De foto is van Hans Ogg, en helaas uit een tijd dat er veel ongewenst bezoek in dit deel van de groeve plaatsvond, en daardoor veel opschriften en tekeningen overgeleverd waren aan de nukken van de bezoekers die niet altijd geïnteresseerd waren in de historie van de berg.
Klik op de foto voor een vergroting.