zondag 25 december 2011

Een weerzien met “de Coolen”


Een weerzien met “de Coolen”

Het is met zo’n pakweg twee graden boven nul, koud èn nat als we in volslagen duisternis arriveren op de plek waar we zijn moeten.
Het is slechts twee kilometer van de dorpskern, maar je waant je er in de middle of nowhere om het maar even populair uit te drukken: het pad wat toegang bied aan de bossage met daarin de ingang van groeve de Coolen

Door de ruilverkaveling van de jaren 70 in de vorige eeuw loopt er in ieder geval een geasfalteerde weg naar en langs de bossage, die als een fata morgana ineens opduikt op het vlakke land. De bovenstaande afbeelding van Google Earth maakt dat heel goed duidelijk.

Het, uiteraard in deze tijd van het jaar (december), bemodderde pad loopt
lichtjes stijgend omhoog, en na een paar minuten staan we voor de ingang. Afgesloten met een stabiel metalen tralie hekwerk want de groeve is immers in beheer bij de stichting S.L.L. wat staat voor Stichting Limburgs Landschap.
Van Vlaams Limburg wel te verstaan want we bevinden ons bij het Vlaamse Valmeer op een steenworp van de taalgrens met Wallonië

Tijdens het korte tochtje van de auto naar de ingang wordt al gelijk gerefereerd aan een van de vorige bezoeken, die speelde ook in de winter.
Het was een fotosessie met flitslicht. Door het ontbreken van onze vertrouwde vergasserlampen, die ook voor warme handen zorgen, kwam ik toen tot op het bot verkleumd uit de groeve en het duurde een autorit van 15 kilometer met de verwarming op maximaal om weer bij te komen!

Enfin, een weerzien en een mooie avond staat ons hier gegarandeerd te wachten.

We zijn met ons drieën: Susanne, Rob en ik. Johan de groevebeheerder heeft vandaag zijn familieavond, en hij heeft ons met een gerust hart de sleutel toevertrouwd. ”Misschien dat ik nog even kom kijken” zo laat hij weten.
Voor Susanne is het de eerste maal in de Coolen, en na alle verhalen is ze er best nieuwsgierig naar.

Na een kleine reparatie aan de Petromax van Susanne gaan we op weg en we hebben ons voorgenomen, omdat de groeve niet zo heel groot is, iedere gang te bezoeken.

De Coolen, een dialectwoord uit het rijtje Kuylen, Cuylen of Coelen, zou in het Nederlands “Kuilen” heten. Een goede naam voor iets wat voor het grootste gedeelte onder de grond ligt.
Deze groeve de Coolen heeft een eeuwen oude verborgen geschiedenis simpelweg omdat er nooit iets over opgeschreven is.

Gelukkig zijn er altijd mensen die begaan zijn met het culturele erfgoed, en de taak op zich nemen het onbekende toch een gezicht te geven door er een zorgvuldige studie naar te doen en alle uitgezochte feiten goed op een rijtje te zetten.

Zo zou de groeve al ontstaan zijn tijdens de Romeinse tijd!
In de onmiddellijke nabijheid van de Coolen zijn resten gevonden van Romeinse villa’s, en op nota bene 150 meter van de huidige ingang werd in 1868 een Romeins graf blootgelegd opgebouwd uit mergelblokken!
Als je het bouwmateriaal bij onder handbereik hebt ga je er toch niet kilometers mee sjouwen, of?
Ook ontdekte men hier “wijnbouwterrassen”, en van de Romeinen is bekend dat zij mergelzand gebruikten om hun teelt te cultiveren en bemesten, bemergelen dus.
De structuur van het landschap op zich zal de laatste tweeduizend jaar ook niet schokkend veranderd zijn en de mergel zal ook toen ongetwijfeld op deze plaats zichtbaar geweest zijn: “dagzomen” noemt men dat dan.

De allereerste meldingen op schrift over een groeve of mergelwinning rond deze plaats zijn er pas in 1286, daarna zijn er incidentele stukken, meestal eigendomsakten of erfenis stukken, maar nooit stukken over exploitatie of mergelwinning. Ook telramen, het systematisch bijhouden van het aantal gewonnen blokken door de werkploegen, ontbreken in deze groeve totaal, iets wat heel bijzonder is daar iedere andere mergelgroeve hier vol van staat!

Pas na 1800 begint men in de groeve op wat grotere schaal te krassen en schrijven. Na een inventarisatie van de duizenden opschriften blijkt dat er ongeveer een kwart uit de negentiende eeuw stamt en zo’n driekwart uit de twintigste eeuw. Opschriften van voor 1800 zijn zeer zeldzaam, en een mogelijke tekst uit midden 1500 is in zo’n beroerde staat dat er niets uit op te maken valt. Dat is natuurlijk heel jammer voor de ouderdom bepaling van de groeve of een deel hiervan.

Na de, voor bijna iedere groeve bekende champignonkweek-cultuur, begon ook voor de Coolen de teloorgang! De groeve werd voor alles en nog wat, te pas en te onpas door en voor iedereen misbruikt, en er waren zelfs plannen om de hele groeve vol te storten met onder andere puin en ander afval.
Zo ver is het gelukkig niet gekomen! In 1988 kwam de Coolen onder het beheer van het al eerder genoemde S.L.L. en werd het een beschermd natuurgebied. De hele bossage inclusief het gangenstelsel werd opgeschoond, er kwamen roosters op de schachten en poorten in de twee ingangen. Ook het toegangspad werd voorzien van een slagboom als barrière.

De Stichting Limburgs Landschap is heel ver gegaan in hun poging een vleermuizen reservaat in de Coolen te creëren: langs de ruilverkavelingweg werden een groot aantal bomen speciaal aangeplant ter oriëntatie voor deze nachtjagers teneinde deze diertjes in staat te stellen de bossage en de groeve te vinden voor hun respectievelijke dagrust en winterslaap. Met succes overigens!
Inmiddels is de Coolen een gewaardeerde plek voor mens en dier: tot de gasten behoren de steenmarter, het eikelmuisje, het roesje (grottenmot) de grottenspin meta menardi, en niet te vergeten de vleermuis.
Ook grotere zoogdieren zoals de das, de vos en konijnen komen hier regelmatig over de (mergel)vloer.

Onze avond in de Coolen was wederom een van de mooiere.
Ondanks het feit dat de groeve inmiddels niet meer zoveel geheimen voor ons herbergt is het telkens weer een genoegen in dit afgelegen plekje rond te dwalen en toch weer iets te zien om je persoonlijke geschiedenis van de Coolen aan te vullen.

O ja, na afloop was 1 zijde van de auto helemaal dicht door de natte sneeuw, opgejaagd door de gure wind, het kan er goed spoken daar bij de Coolen!
Nee, ik heb het niet koud gehad het was erg gezellig . . . .

Voor een verslag van de avond zelf kun je even hier kijken.
Foto’s van de groeve vind je hier.

Bron: Johan Janssen: De Coolen in Valmeer: Een portret
(SOK mededelingen 38/jan.2003)

Met speciale dank aan Johan Janssen die ons in staat stelde
dit monument te bezoeken . . .

maandag 12 december 2011

Een perfect rondje


Een perfect rondje

De titel heeft op het eerste gezicht maar weinig te maken met de bovenstaande afbeelding, maar ik probeer het uit te leggen . . .

Het is de avond dat we weer eens besluiten de fotocamera en het statief mee te zeulen, of beter gezegd: Rob’s camera met statief.

We zijn vanavond met z’n tweeën: Susanne, onze bergmaat, is verhinderd wegens ouderlijke verplichtingen en daarom hebben we besloten er een fotosessie van te maken. Dat doen we vaker als we met z’n tweeën zijn. Ik kan me goed voorstellen dat het maken van landschapsfoto’s ondergronds niet voor iedereen even spannend is omdat het werkelijke lopen en ontdekken van de “berg” natuurlijk niet echt opschiet als je om de paar meter stilstaat om je ideale “hier neem ik de foto plek” te bekijken en in te schatten.

Toch is dit ook een geweldige manier om de berg te ontdekken: je kijkt, of beter, bekijkt de situatie vanuit een ander perspectief. Er vallen dingen meer op als je “anders” kijkt.
Enfin, tot zover de inleiding.

We beklimmen het pad omhoog naar Ternaaien-Boven, zo hebben we beneden al besloten, omdat Rob daar een aantal foto’s wil overnemen.
Bij vorige sessies zijn daar al opnames gemaakt, maar veranderende inzichten in bijvoorbeeld de belichting nopen tot nieuwe opnames.
De vast te leggen plaatsen zijn ook al min of meer bekend, en mogelijk komen we ook nog wat nieuwe plekjes tegen.

Er is meer belangstelling voor de groeven vanavond, maar tot onze opluchting kiest men voor Caestert, Ternaaien-Beneden of de Vallei.
Je loopt namelijk het risico dat je midden onder de opname een hoeveelheid “vreemd” licht in beeld krijgt waardoor je natuurlijk helemaal opnieuw kunt beginnen.

Na een paar minuten is de eerste plek al bereikt en kan het statief opengeklapt en opgezet worden! Gelijk al een ingewikkelde omdat de plek van de camera 3 meter hoger is dan het pad wat Rob gaat belichten. Maar ja, de avond is nog jong en het omlopen is niet zo ver . . .

Oké, alles staat stand-by, de camera is scherpgesteld op de juiste instellingen, de situatie en belichtingstijd beredeneerd in onderling overleg, dus daar gaan we dan voor nummer 1.
Rob klautert naar beneden waar de lamp staat, pompt er nog wat extra druk op, en begint zijn ongeveer 30 meter lange tocht met hindernissen.
Zelf sta ik achter de camera, de belichtingsseconden in mijn eigen op te dreunen en houd op het juiste moment mijn onafscheidelijke zwarte vilthoed voor de geopende lensopening. Na ieder belichtingsmoment moet ik wat harder naar Rob roepen dat hij weer door het beeld mag lopen en na zo’n pakweg 8 belichtingen sluit ik met behulp van de zelfontspanner de lens.
Dat ziet er goed uit voor de eerste mompel ik hardop. Enne? Roept Rob
Nou roep ik terug volgens mij is ie wel goed, al wetende dat Rob een stuk kritischer is. Mmm een beetje aan de donkere kant mompelt hij, turende naar het schermpje, maar we laten het zo ik kan het altijd thuis een beetje bijsturen. Nummer 1 van de avond staat erop in nog geen 10 minuten!

Een aantal gangen verder krijgen we bezoek, niet storend want we hebben net nummer 2 al achter de rug. We raken in gesprek met twee mannen die we al eens vaker ontmoet hebben. We hebben zelfs met een van hen al eens een avond gelopen. Ze zijn duidelijk “zoekende” in deze groeve. Na wat van gedachten gewisseld te hebben over de diverse gangenstelsels nemen we afscheid met: “we zien elkaar vanavond nog wel”. Klaarblijkelijk hebben ze ook nog interesse in de (nieuwe) doorbraak naar Ternaaien-Midden die hier in de groeve aanwezig is, een plek waar wij later op de avond nog heen willen.

Zes opnames verder treffen we inderdaad de beide mannen weer.
Bij de doorbraak , een onmogelijk klein, eng kruipgangetje van enkele meters lang ( ik heb het hier beschreven). Ze willen er doorheen, maar lijden alle twee aan iets wat klinkt als engtevrees. Dat en het onbekende aan de andere zijde van de enge kruipgang weerhoud de beide mannen van hun liefste wens:
Minstens voor 1 keer Ternaaien-Midden te aanschouwen!

Als wij toezeggen aan deze zijde van de kruipgang te pauzeren en op hun spullen te letten trekken ze toch de stoute schoenen aan en verdwijnen door het enge duistere gat naar het voor hun onbekende. We hebben toegezegd minstens een uur hier te bivakkeren zodat ze in staat zijn om op het gemak rond te kijken in de herontdekte gangen van Ternaaien-Midden ook wel de Duvelenberg genoemd.

Net als Rob na drie kwartier zijn bergjack uittrekt om naar de beiden op zoek te gaan zien we een lichtschijnsel in de tunnel, de verloren zonen zijn terug en een mooie ervaring rijker. Zo hoort berglopen te gaan!

Wij zijn nog een uurtje verder gegaan met onze fotosessie, en na een eerder gedane opmerking dat we vandaag wel een heel lage productie hadden door de ontmoeting met onze 2 helden (zeker positief bedoeld) kan dat aan het eind van de avond bijgesteld worden naar:
Een mooie productieve avond met maar liefst 16 nieuwe opnames waaronder de bovenstaande.
Dus: een perfect rondje . . .