vrijdag 7 september 2012

De eerste keer . . .



De eerste keer . . .

‘Opa, goon veer noe de gròtte in?’

Dat zal ik zo snel niet meer vergeten: je kleinzoon die na lang twijfelen het toch aandurft om met zijn Opa het ondergrondse te betreden!

Er is heel wat tijd overheen gegaan, maar uiteindelijk heeft Puk zich toch aan zijn belofte gehouden om met opa de berg te gaan verkennen.
Op een van onze vele wandelingen in het bos van Caestert liet hij zich op 5 jarige leeftijd ontvallen: ‘als ik 6 ben ga ik met jou de grotten in’, dan ben ik groot genoeg en niet meer bang.

Het idee om eens samen de groeve te gaan verkennen was al vaker het onderwerp van de gesprekjes geweest die een berglopende opa voert als hij met zijn kleinkind op “avonturenwandeltocht” is.
Avonturenwandeltocht is zo’n wandeling die niet over bestaande paadjes gaat, maar meer door het struikgewas gaat en vol met klauteren, klimmen en afdalen zit, iets waar de helling van de Sint Pietersberg zich uitstekend voor leent.

Uiteindelijk werd 6 toch weer 7 jaar, en prompt de dag na zijn zevende verjaardag kwam dan toch die vraag: zullen we straks eens naar de grotten gaan?
Hé Puk weet je dat zeker?
Een paar weken eerder was hij bij een wandeling over de “Thier de Lanaye” met zijn vele kleine ontginningen nog buiten blijven staan bij een grotje van nauwelijks 10 meter diep.
Ja ja, ik heb gezegd als ik 7 ben ga ik met Opa de grotten in en nu ben ik zeven.

Oké, antwoord Opa zo “cool” mogelijk om zijn enthousiasme een beetje te onderdrukken want hier heeft hij lang op moeten wachten, en voor dat je het weet veranderd het kleine menneke weer van gedachten want zo zijn kinderen nu eenmaal,weet je het echt zeker?

En zo gaan we op pad. Vooral met voldoende licht!
Opa met de Coleman en Puk met de Maglite: dat vind hij wel ruig zo’n grote echte zaklamp.

Aangekomen bij de ingang van Caestert besluit ik om de lamp maar buiten aan te steken, dan hoeft de kleine man immers de grote grot niet helemaal in het duister te betreden!

De eerste meters gaan wel aan de hand van Opa! Twijfel is er gelukkig niet, en al snel voel ik aan dat Puk weliswaar niet helemaal op zijn gemak is, maar ook zeker niet angstig. Dat is geruststellend.

Ik besluit voor een simpel, niet te moeilijke korte wandeling. Voor de kenners: het kapellengedeelte, direct na de ingang bij het meetpunt links.
Ik weet dat Puk silex wel sjiek vind en dat ligt daar met grote hopen . . .

Het blijkt een goeie gedachte want de grote hoge gangen boeien hem niet zo maar de stapels silex maken grote indruk, en enthousiast begint de kleine man dan ook gelijk te stapelen en verplaatsen.
Nou, hier wil ik nog wel even blijven spelen oppert hij nadat ik zelf al een aantal keren heb voorgesteld om nog een stukje verder te lopen.
Vervolgens realiseer ik me ook dat de interesse van een zevenjarige in een mergelgroeve kilometers af staat van een volwassene die in dezelfde groeve alleen maar denkt aan de historische en culturele waarde van de plek. Ik ga er maar even bij zitten en laat hem lekker stenen sjouwen:
‘kiek Opa dàt is sjiek hè’. . . . ‘Jao jong dàt is sjiek’ zeg ik dan maar tevreden.

‘Wienie goon veer weer ins Opa’ vraagt Puk als we een klein uurtje later weer bij de uitgang staan. Als je het leuk vind doen we het snel nog een keer is mijn antwoord, en vervolgens geeft hij te kennen bij de uitgang ook nog wel even te willen blijven spelen: er liggen daar behoorlijk wat stenen om te versjouwen . . .

Meer blogartikelen in PDF versie vind je hier