zondag 30 oktober 2011

Het Grand Hotel



Het Grand Hotel

“Junkske, este ut hei neet good vinds daan vertrèkste mèr naor de Lévrier oppe Boschstraot”

Dat zei mijn vader zaliger altijd tegen mij als ik, vroeger als kind zijnde, thuis aanmerkingen op het eten had. Mijn vader was er een van de oude stempel, geboren in 1909 en als negende van in totaal elf kinderen zal hij ongetwijfeld ook wel eens die uitspraak gehoord hebben van zijn vader dus.

Aan bovenstaande moest ik denken toen ik laatst weer eens het opschrift passeerde van Grand Hotel Du Lévrier et de L’aigle Noir aan de Boschstraat 76 te Maastricht.

Het opschrift bevind zich bij de ingangspartij van de Zonneberg, en wel zo dat het goed opvalt als je weer terug naar buiten gaat. Gedenk den gids staat er ook heel subtiel boven geschreven, iets waarvan ik denk dat het er al stond vóór dat de reclametekst van de Lévrier aangebracht werd.

Een reclametekst is het, niet meer en niet minder een wervingstekst voor een hotel in de stad. Een gerenommeerd hotel, dat wel.

Als rond 1900 het toerisme in Maastricht al een redelijk niveau heeft spelen de “grotten” van de Sint Pietersberg daar natuurlijk een grote rol in, het is immers een attractie van formaat. Geheimzinnige duistere galerijen met daarin opschriften van beroemde bezoekers vaak al honderden jaren oud, en op de route mooie grote tekeningen en andere voorstellingen van prehistorische dieren die, volgens de gids, hier duizenden jaren geleden rondgelopen hebben . . . .

De tekeningen zijn, vaak in opdracht van de toenmalige eigenaren van de groeve, vervaardigd door een aantal bekende Maastrichtse kunstenaars zoals Simays, van der Veur en Sondeijker met de bedoeling de “grotten” zoals ze steevast voor en door de toeristen genoemd worden te verfraaien. Commercieel aantrekkelijker maken dus.

Zo worden er ook reclame opschriften op de route geplaatst. Hele bekende voorbeelden zijn de (veelkleurige) tekeningen van de “van Houten” van de chocolade, en de “Alpha” van de margarine, en de grote tekst van “Bols”, tot op de dag van vandaag een begrip in de jenever!
De van Houten is gekopieerd van een bekend affiche en dus heel herkenbaar voor de grote massa bezoekers.

Maar ook de lokale middenstand is wel geïnteresseerd in een reclameboodschap, en zo ontstaan een aantal geschreven teksten voor hotels en restaurants waaronder hotel Claessens en de bovenstaande Du Lévrier en de L’aigle Noir. Uiteindelijk moesten de bezoekers ook een hapje kunnen eten en een bed hebben om te slapen.


Evenals het eerder genoemde hotel Claessens is Du Lévrier geen hotel meer. Het was voor 1876 bekend onder de naam Lévrier (de (haze)wind hond) en vanaf 1876 tot begin 20ste eeuw onder de naam “Grand Hotel Du Lévrier et de L’aigle Noir”.
L’aigle Noir staat voor “zwarte adelaar”

Tot wanneer het hotel-restaurant bestaan heeft weet ik niet precies maar in 1950 werd het pand aan de Boschstraat in gebruik genomen door de Hogere Hotelschool Maastricht als opleidingslocatie.

In 1976 is het hele pand gerestaureerd en verbouwd en nam de industriebank LIOF zijn intrek in het pand waarvan de naam nu luid :

"Grande Maison du Levrier & de L'aigle Noir”.

Het opschrift in de Zonneberg is behoorlijk beschadigd en in dit geval is het wederom pure baldadigheid wat ten grondslag ligt aan het verval van dit opschrift. Misschien is er ooit wel een mogelijkheid om het te restaureren zonder het echt te “vernieuwen”.
Eerlijk gezegd zijn er letterlijk tientallen gelijkwaardige opschriften in de Zonneberg in een staat die een beter lot verdienen, dus voorlopig moeten we het er maar mee doen!

zondag 16 oktober 2011

Alexander Simays 1866-1944


Alexander Simays 1861

In het gangenstelsel Zonneberg komen we met enige regelmaat grote
“klassieke” tekeningen tegen, en vele daarvan zijn gesigneerd met Alex Simays. Wie was deze Simays?

Alexander Simays werd geboren op 5 februari 1866 in Maastricht. Hij was de zoon van Peter Simays die het beroep van boekdrukker uitoefende.
De moeder van Alexander was Sandrien Heynen, en haar beroep was het kleuren of verven van stoffen.

Alexander groeide op in wat nu het Jekerkwartier wordt genoemd: de Sint Pietersstraat (geboortehuis), Tafelstraat en vervolgens weer de Sint Pietersstraat. Hij volgt zijn onderwijs bij de broeders op de Capucijnenstraat, en op zijn twaalfde jaar gaat hij van school om een beroep te leren, iets wat heel gebruikelijk is in die tijd.

Hij volgt zijn vader en gaat als leerling letterzetter in dienst bij Leiter-Nypels, een gerenommeerde drukker in Maastricht.
Alexander heeft talent voor tekenen, en al voor hij als leerling letterzetter gaat werken volgt Alexander twee avonden per week (teken) lessen aan de Burgeravondschool, dat de basis zal zijn voor zijn carrière als lithograaf (steendrukker).

Alexander zal zijn hele arbeidzame leven doorbrengen bij Leiter-Nypels.
Op 20 april 1892 trouwt Alexander Simays met Maria Roecx en zij krijgen twee dochters: May en (tien jaar later) Sandrien.

Na enkele adressen in (opnieuw) het Jekerkwartier verhuizen ze naar het Vrijthof, waar zij hun intrek nemen in een woning boven de drukkerij.
Tien jaar later, in 1905, betrekken zij dan een woning aan de Jekerstraat in het, toen nog zelfstandige, dorp Sint Pieter waar zij veertig jaar lang zullen wonen.

Naast zijn werk als typograaf is Alex (zo signeert hij zijn werk) dus een verdienstelijk tekenaar èn fotograaf, die erg veel van zijn vrije tijd stak in het vastleggen van het stadsbeeld in Maastricht, iets waarvoor vele Maastrichtenaren hem eeuwig dankbaar zijn.

Mijn persoonlijke kennis van zijn werk zijn dan ook de vele grote tekeningen die hij samen met de fotograaf H. van der Veur maakte in de gangen van het stelsel “Zonneberg” te Sint Pieter.
Deze muurschilderingen waren bedoeld om het Zonneberg-stelsel even beroemd te maken als het bekende Slavante, dat beschikte namelijk over een heus onderaards museum!

In de oorlogswinter van 1942-1943 krijgt Simays een ongeluk in huis:
Hij loopt ernstige brandwonden aan zijn onderbeen op en wordt om te genezen opgenomen in het ziekenhuis “Klevarie” (Calvariënberg).

Eenmaal weer thuis blijkt hij bedlegerig en hulpbehoevend. In 1943 wordt hij opgenomen in het verpleeghuis van Klevarie waar hij wel opknapt maar zijn draai niet meer kan vinden. Twaalf maanden later, 15 februari 1944 sterft Alexander Simays 78 jaar oud. Hij is begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Tongerseweg in Maastricht.

In juni 2000 verscheen er van de hand van drs Ingrid M.H. Evers een schitterend boek over het leven en vooral het werk van Alexander Simays.
Een boek vol foto’s met (helaas) al vele verdwenen plekjes in ons mooie
Maastricht.

Bronnen:
Ingrid Evers: Maastrichtse Monumentenzorg in Zwart-Wit.
John Caris: Website Troglocaris.
De foto is van mijn bergmaat Rob Heckers.

zondag 9 oktober 2011

Niet met opzet . . .


Niet met opzet . . .
Ik ga er maar vanuit dat de schrijver en/of tekenaar zich hier onbedoeld vergist heeft!

MCCCLXXIX in Romeinse cijfers is, in onze leestaal : 1379.
Nou, daar geloven we dus niet in. Ik denk dat de maker van dit opschrift de letter D vergeten heeft.
Als die achter de M geplaatst wordt krijgen we MDCCCLXXIX, en dat en dat is meer in de stijl van de tekening namelijk 1879.

Dat onze schrijver de klok heeft horen luiden, maar niet weet waar de klepel hangt, blijkt ook nog uit het feit dat de letters C verkeerd om geschreven zijn!
Jammer dat het eigenlijke opschrift uitgeveegd is want de tekening is voor de rest helemaal gaaf.

Dat 1879 wel eens het goede jaartal zou kunnen zijn maken we op uit de stijl van de tekening: de Biedermeier tijd. Het woord Biedermeier komt uit de kunstgeschiedenis. Het is een kunststroming uit de periode omstreeks 1815-1850.
Biedermeier is afgeleid van Biederman en Bummelmayer, twee bekende familiefiguren uit het begin van de 19e eeuw.

De kunststroming ontstond als reactie op de tijd van Napoleon.(1815-1848).
Dat was een periode waarin alles draaide om het gewone. Dit gewone was men zat.
Men had behoefte aan sierlijke dingen en ging vooral kunstzinnige meubels en kleding ontwerpen.
Let wel: het werd een stijl voor de rijken. Waarschijnlijk is deze stijl ontstaan in Duitsland of Oostenrijk.

Enkele kenmerken voor deze stijl zijn: in de mode voor de dames de zeer smalle, zogenaamde wespentaille met daarbij de hoepelrok en witte kousen.
De heren dragen dan lange pantalons, een frak (jas zonder voorpand) stropdas en hoge hoed. We spreken hier dus wel over de welgestelde en niet over de gewone man de zijn brood verdient in de mergelgroeve!

Wat er van de Biedermeier tijd overgebleven is, is natuurlijk hoofdzakelijk antiek meubilair en kunst. Wat er vandaag nog toegepast wordt is een vorm van bloemschikken: het zogenaamde Biedermeier boeket.

Wat bij ons nu resteert, is de vraag: wat stond er nu geschreven, en waarom is het uitgeveegd? Ik ben bang dat dit onderwerp blijft waar het vandaan komt :
het stapeltje onopgelost . . .

Een iets uitgebreidere versie van deze blogartikelen vind je op de website mellegerkalleping onder de titel " Berglopen "

zondag 2 oktober 2011

Sint Joris en de draak


Sint Joris en de draak

Het verhaal is wereldwijd gelijk : Sint Joris en de draak staat synoniem voor de strijd van het goede tegen het kwade.

Joris is internationaal, in Engeland verslaat hij de draak als Saint George
In Spanje trekt hij ten strijde als San Jordi, de Russen dwepen met Svjatoj Georgij en de Grieken kennen hem onder de naam Agios Georgios.

Uiteraard is onze heilige onder nog veel meer namen bekend, maar we laten het even bij de bovenvernoemde.
Voor het hele, ware of niet ware, legendeverhaal verwijs ik graag naar Wikipedia en alle andere sites die heel veel te vertellen hebben over deze bijzondere heilige.

Ook in de mergelgroeven heeft onze Drakendoder een plekje gevonden.
In de (middeleeuwse) groeve Caestert staat Sint Joris in een grote complexe tekening afgebeeld. Complex omdat de tekening opgebouwd is uit allerlei, vaak nog niet verklaarde, symboliek. Naar onder andere deze tekening is vrij recent nog een gedegen onderzoek gedaan door een tweetal studentes kunstgeschiedenis van de Radbout Universiteit te Nijmegen, dat resulteerde in de publicatie “ zotheid in de duisternis”

In de Kapellengroeve (middels een doorbraak aangesloten bij de groeve Caestert) staat de figuur Joris heel simpel en duidelijk in een paar lijnen afgebeeld.
Het is juist deze laatste die mij persoonlijk het meeste aanspreekt:
De eenvoud waarmee het getekend is ontroerend!

Een simpel rond hoofd met stipjes en streepjes voor ogen, neus, mond en haar, een grote driehoek als lijf met duidelijk erdoorheen een streep als lans of speer. Direct daaronder een draak(je), de kop rechts, stekels op de rug en links de staart.
Een kind zou het getekend kunnen hebben, zo simpel ziet het er uit!

Of was de tekenaar soms iemand die vaker de tekenstift hanteerde? Iemand die het in zich had om in een paar simpele lijnen een treffend tafereel uit te beelden? De toegepaste techniek, namelijk het roet van een olielampje stukje voor stukje aanbrengen maakt het er zeker niet makkelijker op.

Zijn de kleine afbeeldingen rondom Sint Joris ook symbolen? Afgekeken van de “grote” Sint Joris? Allemaal vragen die hoogstwaarschijnlijk nooit beantwoord zullen worden. Het blijft een mysterie voor de eeuwigheid lijkt mij.

De legende van Sint Joris en de draak sprak de middeleeuwse mens
(men schat de ouderdom van de tekening eind 14de eeuw) en dus ook
de werkers in de groeve zeker aan.
De vlak erbij getekende bierpul verwijst, voor mijn gevoel dan weer, naar het alledaagse leven van de mensen toen.

Er zijn meer berglopers gecharmeerd van de “kleine” Sint Joris zoals hij liefkozend genoemd wordt. Bergkenner en onderzoeker Ton Breuls schreef een mooi artikel over deze tekening in het jubileum nummer van de Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven: SOK Mededelingen nummer 50 uitgegeven in januari 2009.

Een iets uitgebreidere versie van deze blogartikelen vind je op de website mellegerkalleping onder de titel " Berglopen "